zondag 10 augustus 2008

grondig

Over mensenrechten gesproken. Ik heb de Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden van 24 augustus 1815 er maar eens bijgehaald.

Hoofdstuk 1. Grondrechten.

Artikel 5

Ieder heeft het recht verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag in te dienen.

Artikel 10

1. Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.

2. De wet stelt regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met het vastleggen en verstrekken van persoonsgegevens.

3. De wet stelt regels inzake de aanspraken van personen op kennisneming van over hen vastgelegde gegevens en van het gebruik dat daarvan wordt gemaakt, alsmede op verbetering van zodanige gegevens.

Artikel 11

Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.

Hoofdstuk 2. Regering. § 1 Koning

Artikel 26

Het kind, waarvan een vrouw zwanger is op het ogenblik van het overlijden van de Koning, wordt voor de erfopvolging als reeds geboren aangemerkt. Komt het dood ter wereld, dan wordt het geacht nooit te hebben bestaan.

Hoofdstuk 2. Regering. § 2 Koning en ministers

Artikel 48

Het koninklijk besluit waarbij de minister-president wordt benoemd, wordt mede door hem ondertekend. De koninklijke besluiten waarbij de overige ministers en de staatssecretarissen worden benoemd of ontslagen, worden mede door de minister-president ondertekend.

Zomaar een paar artikels uit de Grondwet.

Ik heb dus recht op ‘eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer’ en op ‘onaantastbaarheid van mijn lichaam’. Houdt dat laatste ook een plicht in om mijn lichaam niet aan te tasten? In dat geval heeft onze Regering (Koning en ministers) gelijk om mij overal het roken te verbieden, behalve bij mij thuis. Anders vind ik het een inbreuk op mijn recht volgens Artikel 11 van Hoofdstuk 1 van de Grondwet.

Dan het doodgeboren kind van de Koning. Dat heeft nooit bestaan. Dit roept een heleboel filosofische vragen op, lijkt me. Wanneer ‘besta’ ik? Besta ik pas ná mijn geboorte? Of ben ik al een persoon in de baarmoeder? Abortus-tegenstanders menen van wel. Maar Hoofdstuk 2, Artikel 26 van de Grondwet zegt het anders, althans waar het om de Koning en diens erfopvolging gaat. Geldt deze regel ook voor gewone stervelingen?

En verder ondertekende Balkenende (en Kok en Lubbers) zijn eigen aanstellingsbrief. Beetje vreemd; hoort de voorgaande MP dat niet te doen? Is wel zo zuiver.

En meer in ’t algemeen: het woordje ‘ieder’ in Hoofdstuk 1 (Grondrechten), Artikel 5. Iedereen dus. De Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden zegt dat iedereen bij het bevoegd gezag schriftelijk iets mag verzoeken. Asielverzoeken bijvoorbeeld. We vrágen er gewoon om!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten