Het draaide in zijn hoofd.
Zonnen werden maan; manen waren zon.
Duizenden kleuren vloeiden in allerlei tinten door elkaar.
Miljoenen sterren warrelden als kleurige sneeuwvlokken om hem heen.
Een voortdurend gefluit ging in toonhoogte met de kleuren mee. Bij rood was de toon laag, bij geel hoog en ijl.
Toen hij zich op zijn buik wilde draaien voelde zijn lijf als een rotte banaan; hij kon zijn armen en benen niet bewegen. Er was een stekende druk op zijn voorhoofd, alsof iemand onophoudelijk een scherp potlood tegen zijn hersenen prikte. Zijn hart klopte zwaar en hij kon voelen hoe het bloed door zijn aderen werd geperst, als stroop door een tuinslang. Zijn handen trilden.
Hij staarde met wijdopen ogen naar de caleidoscoop van kolkende kleuren en steeds veranderende bollen en cirkels; een film over het ontstaan van de kosmos die in versneld tempo van achteren naar voren werd afgedraaid en weer terug. Hoewel hij wist dat het allemaal gebeurde binnenin zijn hoofd, leek het zo echt dat hij af en toe zijn ogen dichtkneep als een kolkende vuurbal recht op hem af scheen te fluiten.
Ik geloof dat een carrière als schrijver voor de producent van het bovenstaande, beter niet aangemoedigd kan worden.
(Verrek — ìk heb dit geschreven; in een poging om de sensaties van een migraine-aanval weer te geven, kleine wereld, dat we elkaar uitgerekend hier ontmoeten.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten