donderdag 17 april 2008

gortig

Ik vlood vandaan de wereld achter deuren

en nu heb ik bloemrijke eenzaamheden,

maar toch zijn mij nog gapende en wreede

bersten als in gebarsten grond de scheuren.

De stemmen en de blankre ooge' en heure

koele glasheden zonder ééne bede,

pijnigden, daarom ben ik nu tevreden

en voed mijn hart en draag me met opbeuren.

Schoon is het me en om in mijne blanke

gedachten te gaan met de hooge armen

samen voorover als in lichte bosch.

Het kruipt rondom mijn boezem als de ranken

van wijngevende druiven en de warme

vrijheid voel ik. Ik ben gemakk'lijk los.

Een gedicht van Herman Gorter.

Nou lees ik graag poëzie, maar dit…

Even afgezien van het Oudnederlandsch – Gorter werd geboren in 1891 – waar hééft de man het over?

Ik vermoed dat de dichter een diep beleefd besef van persoonlijke en persoonsoverstijgende vrijheid heeft verwoord, maar verder?

Of gaat het om de klanken?

In dat geval gelieve dit gedicht hardop te lezen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten