maandag 7 april 2008

divan

Dit is een fragment uit een vakantiedagboek van zo’n vijf jaar geleden.
2003-08-08. Met Stan H. gegeten. Tonijnsalade. Lekker. Zijn huis is helemaal donker om de zon & hitte uit te sluiten. Een beetje onwerkelijk. Hij kon niet geloven dat ik met een depressie te maken heb. Een opmerkelijk man, die Stan. Hij zei [o.a.]: don’t measure yourself with other men’s measuring stick. Dat raakte me. Omdat ik heel genegen ben om dat juist wel te doen en mezelf en mijn eigen meetlat te vergeten. Voor het eten naar een gigantische megasupermarkt, waar alles te koop is en bovendien airconditioned. Dat laatste is een preoccupatie van Stan. En met de huidige hittegolf een obsessie. De volgende middag naar de film. Phone Booth van Joel Shumacher. Prachtig beklemmende film. De hoofdrolspeler verandert van een cocky lefgozer in een zielig hoop mens, wanneer-ie in een telefoonhokje [hence de filmtitel] door een onbekende onder schot wordt gehouden. Deze onbekende schutter heeft al twee mannen omgelegd, vanwege hun a-morele handelen. En ook de hoofdrolspeler leeft niet netjes. Hij bedriegt zijn vrouw en behandelt zijn cliënten [hij is een soort impresario] zeer slecht en zijn assistent helemaal. Wie is die schutter – God? Hij is in total control en weet alles over zijn slachtoffer. Een film die zich anderhalf uur afspeelt in en rond een telefooncel. Is dat spannend? En óf dat spannend is! Daarna shoppen en lekker lang op een terras gezeten. Toen gegeten in de Irish Pub [vanwege de airconditioning]. Nog veel gesproken. Volgens Stan is er maar dan ook helemaal geen reden voor mijn gebrek aan self-esteem. Go for it! en dat soort dingen. Stan is Amerikaan, vandaar zijn ongegrond optimisme. En vandaar al mijn anglicismen in deze tekst. Want 1½ dag in het Engels praten en denken, doet dat met je moedertaal.

Wat zal een psychiater, ingevlogen door een nieuwsrubriek à la Nova, van de persoon te zeggen hebben die deze regels schreef?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten