Het was onder de donkerbruine dakbeschotting, in het zolderkamertje (meer een afgetimmerd hok) van mijn broer dat ik voor het eerst “Wind & Wuthering” hoorde. Het was 1976 en ik was 17 jaar en fan van Sparks, het bandje rond de Gebroeders Mael. Niemand hield van hun muziek; het was ABBA, The Sweet, Queen, The Eagles, disco of hard rock wat er gedraaid werd op klassefuiven.
Maar “Wind & Wuthering” was anders. Nummers van vijf, zeven minuten lang. Orchestrale muziekpartijen, piano-, orgel- en synthesizerklanken, koortjes, ijle gitaarsoli en sprookjesachtige teksten.
“W&W” was het product van vier heren, Tony Banks (toetsinstrumenten), Phil Collins (zang, drums), Steve Hackett (gitaren) en Mike Rutherford (basgitaar en ‘basspedals’). Ze noemden zichzelf Genesis en hun stijl heette “symfonische rock”. Muziek waarin veel gebeurde, tempowisselingen en aparte ritmes—je kon er niet op dansen, je moest ervoor gaan zitten.
Ik was meteen verkocht.
Na “W&W” maakten ze nog een aantal LP’s/CD’s, hadden een paar hitjes, en halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw ontbond de band zich en werd Phil Collins groot als solo-artiest, Mike Rutherford werd een Mechanic en Tony Banks ging filmmuziek schrijven.
Einde verhaal en gelukkig hadden we de platen nog.
Groot was mijn verrassing gisteravond, toen ik na een “Inspector Linley” onderzoek op BBC-1 (hij werd zelf verdacht van moord), de aankondiging hoorde dat op dezelfde zender om 00.00u een concert van Genesis in Rome vertoond zou worden.
Dat werd een latertje, maar het slaapgebrek waard.
De heren waren oud en grijs geworden, behalve de drummer Chester Thompsen, een neger.
Collins was (nog) goed bij stem, Banks bespeelde z’n toetsenborden alsof hij een spiegelei aan het bakken was en de boomlange Rutherford zat te geiten met de ingehuurde gitarist Daryl Stuermer.
Ze speelden uit hun omvangrijke oeuvre geen enkel nummer van “Wind & Wuthering”, maar het concert opende met het triomfantelijke, instrumentale thema van “Duke” uit 1980.
Om ¼-over-1 ’s nachts deed ik mijn TV uit, ging voldaan naar bed en nu ben ik aan het typen met “Nursery Crime” op (een oudere Genesis, nog met zang van ‘there’s an angel in the sky:’ Peter Gabriel).
Want ik ben hun hele catalogus weer chronologisch aan het beluisteren. En geniet met volop teugen. Ik raad u aan hetzelfde te doen.
Als toetje ‘One for the Vine’ (van “W&W”) in een Nederlandse transcriptie. Het is een sprookje over een ‘messias’ tegen wil en dank. De muziek moet je er zelf bij bedenken…
Vijftigduizend man waren onderweg, vanwege de wil van Eén. Zijn boodschap was simpel, hoewel hij het nooit hardop zei: “Ik ben de uitverkorene.”
In zijn naam zouden ze kunnen doden, voor hem zouden ze sterven als het moest.
Maar één van hen had zijn geloof verloren. Hij bleef achter en ging terug de berg op. Voordat hij de top bereikte struikelde hij, viel en rolde de helling af en kwam terecht in een ijswoestijn.
Hij stond op en huiverde. Maar het volk dat woonde op dit bevroren water was banger. Het was een simpel volk, dus het was niet gek dat ze riepen: “Dit is hij, Gods uitverkorene, gekomen om ons van onze onderdrukkers te bevrijden. We zullen als koningen regeren!”
Hij dacht: “Als dit is wat jullie van me willen, dan zal ik het spel meespelen, totdat ik de weg terug naar huis gevonden heb.”
Hij riep: “Volg mij, ik zal jullie kracht geven en moed om alle gevechten te winnen!”
Maar onderwijl dacht hij: “Dit kan zo niet doorgaan. Dit is precies waarvoor ik vluchtte.”
Hij ging naar een vallei en sprak met het water en daarna met de wijnstok.
Hij overlegde met zichzelf: “Ze laten me geen keus. Ik moet hen wel leiden naar glorie, maar waarschijnlijk nog eerder tot in de dood.”
En zo trok hij met hen over de ijsvlakte, tot de rand en verder de bergen in. Hij bleef het volk aanzetten tot haast.
Toen, op een verre helling, zag hij één van hen die achter bleef, zonder hoop. Hij dacht dat hij hem herkende aan de manier van lopen, de manier waarop hij struikelde, viel en weer opstond en leek op te lossen in de lucht.