Het is zover. Ik ben vanaf vandaag een senior citizen, een oude van dage, bejaarde, een opa, opaatje, oudje, deel van de grijze plaag.
Ik ging vanmorgen per bus naar mijn werkadres en stond temidden van een trosje van twintig kwetterende maar verder opvallend ingetogen tieners of/en jongeren die langzaam aan het wakker worden waren bij de halte — het was nog vroeg, ¼-voor-8. Toen de al volle bus arriveerde stroomde het hele gezelschap de bus in. De chauffeur maande tot dóórlopen, er waren geen zitplaatsen meer en ik stapte als laatste binnen. Er was voor mij alleen nog staruimte voorin, vlak naast de chauffeur.
TOEN ZEI EEN MEISJE VAN 16 à 17 JAAR:
‘U MAG HIER WEL ZITTEN’.
EN ZIJ STOND OP VAN HAAR ZITPLAATS, ZODAT IK ER KON PLAATSNEMEN.
Ik stamelde tot op het bot verbaasd ‘dankjewel’ en na 10 minuten nogmaals ‘dankjewel’ toen zij uitstapte op haar bestemming.
Ik draag buitenshuis een pet, binnen- en buitenshuis een witte baard en behalve wanneer ik slaap een bril, maar ik maak mezelf wijs dat ik er verder niet uitzie als iemand die niet kan staan in de bus. Ik ben niet de ontvangende partij bij de regel ‘opstaan voor iemand, misstaat niemand’, dacht ik (tot vandaag).
Maar deze vertegenwoordigster van de Digitale generatie (of Achterbankgeneratie, of knip-en-plakgeneratie, of Mediageneratie, of Y-generatie of Einstein-generatie) schatte mij anders in. En gunde mij haar stoel (en ook nog op de beste zitplek in een bus, vind ik: rechts vooraan, vlak bij de voordeur met ruim zicht op de weg vóór je).
Ik voelde me aanvankelijk een ietsje beledigd, maar was vooral verbaasd dat een fraai exemplaar (het was een knappe meid) van de jeugd-van-tegenwoordig, waarover bevooroordeeld wordt dat ze egocentrisch, vertroeteld, apolitiek zijn, uit beleefdheid haar zitplaats afstond.
Zij had het ook niet kunnen doen en dat was niemand, en mij al helemaal niet, opgevallen of had ik haar niet kwalijk genomen; in een volle bus verwacht ik niet dat iemand voor mij opstaat. Daarom ook mijn verbazing, want dit soort omgangsvormen lijken zo schaars tegenwoordig in deze tijd van verruwing.
Maar ik ben dan ook oud en dan mag je zo denken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten