dinsdag 30 september 2008

fataal

De Psalmen (in de bijbel) zijn gedichten, maar door een levenslange blootstelling eraan (al dan niet in berijmde vorm) vergeet ik dat nog wel eens. Dan is het mooi dat iemand als Anton Korteweg is gaan stoeien met taal n.a.v. Psalm 139:
Goed, wij samen, toch
Onder en boven, je bent om mij heen; ik in je, je
weet van mij alles. Dat je me omringt, nou ja, me
doordringt, alles weet uit hoofde van jij, alla, maar
dat je daar ook nog op uit bent! Geen
plaats van je is er die, wil hij, niet ziet mij, die
niet in zich heeft mij. Ver weg of dichtbij, in
de kraag pak je me; geen kant kan ik op, in
Den Haag niet en nergens — licht is er niets bij.
Niet raak ik me ergens in kwijt en niet
in de tijd: wat ik ook maar van plan ben, waar
en wanneer, je wist het al lang dat ik toen dat en dat; dat
ik knap in elkaar, heb je wel voor gezorgd.
Enfin, gebonden zijn, gekend, in iemand zijn, erg is het, maar
niet is nog erger misschien. En altijd, hoe dan ook: ik denk
aan je, op de gekste momenten, en nooit
niet eens niet. Het moet wel dat ik van je hou, de
pest heb aan wie de pest aan je heeft. Ken
me dan maar, weet wie ik ben en doe maar.
Anton Korteweg — uit: Nieuwe Psalmen – Parmentier 6 (1995), nr. 4.
Via de ondoorgrondelijke weg van dóórklikken en Google-acties op het interweb (en deze foutmelding Fatal error: Maximum execution time of 30 seconds exceeded in C:\SojoNet\blog\godspolitics\wp-includes\post-template.php on line 82) kwam ik deze herschrijving tegen.
Om uit te knippen, te bewaren in de huis-Bijbel of/en van buiten te leren.

maandag 29 september 2008

opbrengst

Ik heb €78,23 opgehaald voor tegen de kanker. Tijdens de collecteweek van 1–6 september ’08 ten bate van KWF|Kankerbestrijding, oftewel het ‘Koningin Wilhelmina Fonds voor de Nederlandse Kankerbestrijding’. Let wel, Nederlandse. Belgische kankerlijers kunnen geen beroep doen op het Koningin Wilhelmina Fonds. Op www.kwfkankerbestrijding.nl is na te zien wat die landelijke deur-aan-deur-inzameling totaal heeft opgebracht. Daar is ook te zien wat die krab nu te maken heeft met kanker.

Ik ben al jaren collecteur voor het KWF, hoewel ze me vorig jaar ineens niet nodig hadden. In 2006 bedelde ik in dezelfde wijk €95,50 bijelkaar, dat is €17 meer dan dit jaar. Het eerste gevolg van de Wall Street crisis.

Een vriend wees me terecht op de minstens paradoxale situatie dat ik als grage pijproker collecteer voor de kankerbestrijding.

Probeer ik daarmee een kosmische balans in mijn voordeel gelijk te zetten? — “Ik vergiftig mijn lijf en leden, maar ik doe een werk van barmhartigheid, dus alstublieft Noodlot, reken mij mijn zonden niet aan”.

Verwacht ik stiekem een voorkeursbehandeling wanneer de longkankercellen zich gaan roeren? Ik kan in dat geval mijn lepeltjes, briefopener, kaarsendover, pennen laten zien, en al die andere parafernalia die ik de afgelopen jaren kreeg als bedankje voor ‘mijn inzet’ (welgeteld één avondje per jaar).

Daar doe ik het niet voor, maar waarom ben ik dan wèl collectant en bijvoorbeeld geen van mijn vrienden? Is het Christelijk altruïsme? Omdat mensen die ik kende en liefhad vroegtijdig aan kanker zijn doodgegaan? Het ‘goede’ van het goede doel? Burgerplicht? Verveling?

NB. Ik had vandaag voortdurend het rare idee dat het dinsdag was, terwijl het toch heus maandag 29 september 2008 is — Alzheimer?

NNBB. De spellingchecker van Word®© suggereert voor Alzheimer: ‘Alchemie’ en dat is die ziekte ook wel een beetje.

zondag 28 september 2008

ontworpen


Nu moet ik van Trouw weer het mooiste Nederlandse design noemen. Wat is dat toch, al die afvalraces en competitie? Op TV en nu dus weer bij Trouw.
Ik moest al het mooiste Nederlandse schilderij opgeven en nu dus het beste designproduct.
Ze vragen me toch ook niet naar de mooiste spijker van Nederland?
Maar goed, hier is mijn suggestie. Het is van dSIGN en het is de grafische huisstijl voor een windmolenpark voor de kust van Noord-Holland. Een proeve van het geheel:

biddend

Hoewel het in ’t leven niet schijnt te gaan om het waarom, maar om het hoe en wat, blijf ik nieuwsgierig naar een sluitend en inspirerend antwoord op de vraag naar het fenomeen ‘god’ in al haar of zijn hoedanigheden.
Vanmorgen in de kerkdienst is weer het nodige afgesmeekt van Hem. En ik vraag me af wat ik en de goegemeente nu eigenlijk verwachten.
Een bliksemschicht? Een donderende stem? Het instorten van de kerktoren? Een gevoel van vrede en rust? Tongentaal (of zoals de NBV vertaalt ‘klanktaal’, wat het er niet duidelijker op maakt)? Een visioen?
De dominee bracht in gebed de financiële perikelen van Wall Street voor God’s troon.
Nu geloof ik dat Hij niet te groot (of te klein) is om Zich te bemoeien met zelfs onze meest basale behoeften, maar wat bezielde de goede man?
Hoopte hij dat alle deskundologen, economisten, financiële experts, beurshandelaren, bankemployés, zich vol schuld en schaamte, handenwringend ter aarde storten en beloven nooit meer het belang van de bank, en hun eigen baan, vóórop te stellen ten koste van het algemeen belang?
Of wil hij dat Hij alle schulden, kredieten en hypotheken naar 0 terugbrengt?
En hij bad als voorspreker voor en namens ons als gemeente.
Of wilde deze voorganger een uitsnede van de actualiteit onder God’s aandacht brengen? Maar God heeft sowieso wel weet van onze zorgen, onze eksterogen, ons verdriet en onze pijntjes.
Of wilde dominee demonstreren dat hij de krant heeft gelezen en NOVA heeft gezien?
Maar dat had hij tijdens de koffie-na-de-dienst genoegzaam kunnen ventileren.
Mijn persoonlijk bidden is inmiddels gereduceerd tot wat gestamelde dankzegging en voorts stilte (wat nog niet meevalt, want hoe leg ik mijn gedachtenstroom het zwijgen op?).
Ik neem aan dat God daar meer behoefte aan heeft, dan de zoveelste klaagzang.
Maar wie ben ik (en wie is God)?

vrijdag 26 september 2008

ongesponsord

[Waarschuwing: ordinaire reclame!]

Ik heb er al één. Anders zou ik het wel weten.

Dyson maakt geen stofzuigers, maar zuigmachines.

Ik weet zeker dat Dyson ervo0r gezorgd heeft dat de Nederlandsche huisman aan het zuigen is geslagen.

De apparaten van Dyson zijn mini-fabrieken om mee te zuigen.

Mijn model is van de 2de of 3de generatie, grijs met gele accenten, maar de serie die ze sinds kort voeren is watertandend mooi.

Geheimzinnig zwart met ‘koperen’ accenten; een machine uit het stoomtijdperk, maar dan van de 24ste eeuw. Ofzo. En met een telescoopbuis als een schietgeweer uit Star Wars.

Zou ik mijn ‘oude’ en nog goed werkende exemplaar met bijbetaling kunnen ruilen voor de DC-22 Dyson ‘Motorhead’?

[Ik ben geen buzzer en krijg niets betaald voor deze ordinaire reclame]

dinsdag 23 september 2008

krach

Even in such a time of madness […] a great many man in Wall Street remained quite sane. But they also remained very quiet. The sense of responsibility in the financial community for the community as a whole is not small: it is nearly nil. Perhaps this is inherent—in a community where the primary concern is making money, one of the necessary rules is to live and let live. To speak out against madness may be to ruin those who have succumbed to it. So the wise in Wall Street are nearly always silent. The foolish thus have the field to themselves. None rebukes them.

No one was responsible for the great Wall Street crash. No one engineered the speculation that preceded it. Both were the product of the free choice and decisions of thousands of individuals. The latter were not lead to the slaughter. There were impelled to it by the seminal lunacy which has always seized people who are seized in turn with the notion that they can become very rich. […] There was none who caused it.

The machinery by which Wall Street separates the opportunity to speculate from the unwanted returns and burdens of ownership is ingenious, precise and almost beautiful. Banks supply funds to brokers, brokers to customers, and the collateral goes back to banks in a smooth and all but automatic flow. Margins—the cash which the speculator must supply in addition to the securities to protect the loan and which he must augment if the value of the collateral securities should fall and so lower the protection they provide—are effortlessly calculated and watched. The interest rate moves quickly and easily to keep the supply of funds adjusted to the demand. Wall Street, however, has never been able to express its pride in these arrangements. They are admirable and even wonderful only in relation to the purpose they serve. The purpose is to accommodate the speculator and facilitate speculation. But the purposes cannot be admitted. If Wall Street confessed this purpose, many thousands of moral men and women would have no choice but to condemn it for nurturing an evil thing and call for reform. Margin trading must be defended not on the grounds that it efficiently and ingeniously assists the speculator, but that is encourages the extra trading which changes a thin and anemic market into a thick and healthy one. Wall Street, in these matters, is like a lovely and accomplished woman who must wear black cotton stockings, heavy woolen underwear, and parade her knowledge as a cook because, unhappily, her supreme accomplishment is as a harlot.

Nee, deze citaten komen niet uit het Financiëel Dagblad van gisteren maar uit The Great Crash, een boek van John Kenneth Galbraith van 1955 over de Krach van 1929.

[Anemic betekent ‘zwak’]

zondag 21 september 2008

weertje


Aan de andere kant; het was wel mooi weer, afgelopen vrijdag.
Posted by Picasa

hoofdstuk

Onder het motto ‘wie niet horen wil…’
1 De arm van de heer is niet te kort
om te redden,
zijn gehoor niet te zwak om te luisteren—
2 jullie wangedrag is het dat jullie en je God
uit elkaar heeft gedreven;
door jullie zonden houdt hij zich verborgen
en wil hij je niet meer horen.
3 Want jullie handen zijn besmeurd met bloed,
je vingers bezoedeld door wandaden,
je lippen spreken leugens, je tong prevelt bedrog.
4 Geen aanklacht is nog zuiver,
geen rechtszaak wordt eerlijk gevoerd.
Ze vertrouwen op leegte
en spreken bedrieglijke taal,
ze zijn zwanger van onrecht en baren misdaad.
5 Ze broeden slangeneieren uit,
ze weven spinnenwebben.
Wie hun eieren eet zal eraan sterven;
als er één wordt ingedrukt,
komt er een adder uit.
6 Hun spinnendraden zijn ongeschikt voor kleding,
wat zij maken kan niet worden aangetrokken.
Hun daden zijn heilloze daden,
hun handen staan naar geweld.
7 Hun voeten snellen naar het kwaad,
ze haasten zich om onschuldig bloed te vergieten.
Hun plannen zijn heilloze plannen,
verwoesting en rampspoed vergezellen hen.
8 De weg van de vrede kennen ze niet,
waar zij gaan is geen recht te ontdekken.
Ze begeven zich op kronkelpaden;
wie daarop wandelt kent geen vrede.
9 Daarom blijft het recht ver van ons
en is gerechtigheid voor ons onbereikbaar.
Wij hopen op licht, maar het is duister,
op een sprankje licht,
maar we dolen in het donker.
10 We tasten als blinden langs de muur,
we tasten rond als iemand die niets kan zien.
Op klaarlichte dag struikelen we
alsof het schemert,
in de kracht van ons leven lijken we dood.
11 Wij allen grommen als beren,
we klagen en kreunen droevig als duiven.
Wij hopen op recht, maar het is er niet,
op redding, maar ze blijft ver van ons.
12 Want talloos zijn onze misdaden jegens u,
onze zonden getuigen tegen ons.
We zijn ons van onze misdaden bewust
en erkennen ons wangedrag:
13 we zijn opstandig en de heer ontrouw,
we zijn afvallig van onze God,
we zijn belust op bedrog en onderdrukking,
zwanger van leugens
brengen we onwaarheid voort.
14 Het recht is verdrongen
en de gerechtigheid blijft ver van ons;
de waarheid struikelt op straat
en de oprechtheid krijgt nergens toegang.
15 Zo laat de waarheid verstek gaan,
en wie het kwaad wil mijden, wordt uitgebuit.
Maar de heer zag het,
en het was slecht in zijn ogen
dat er geen recht meer was.
16 Hij zag dat er niemand was,
hij was geschokt
dat niet één mens zijn zijde koos.
Op eigen kracht bracht hij redding
en zijn gerechtigheid spoorde hem aan.
17 Hij gordde het harnas van de gerechtigheid aan
en zette de helm van de redding op zijn hoofd.
Hij deed het kleed van de vergelding aan
en hulde zich in de mantel van de strijdlust.
18 Hij zal ieder naar zijn daden vergelden:
woede voor zijn vijanden,
wraak voor zijn tegenstanders;
ook op de eilanden wreekt hij zich.
19 In het westen zal men
de naam van de heer vrezen
en in het oosten zijn majesteit.
Want hij zal komen
met de kracht van een rivier
in een smalle bedding,
20 Hij zal als bevrijder naar Sion komen,
naar allen uit Jacobs nageslacht
die met de misdaad breken–spreekt de heer.
Uit het bijbelboek Jesaja, hfdstk. 59, rgls. 1–20, vlgns. de Nieuwe Bijbelvertaling (uitg. KBS-NBG-VBS)

woensdag 17 september 2008

jaloers

Wanneer je, zoals ik, je staande weet te houden dankzij Paroxetine en Mirtazapine moet je eigenlijk niet naar Lucinda Williams luisteren.

Wanneer zij met haar gruiselige stem zingt over ‘Lonely Girls’ dan komt als een grauw-grijze deken een gevoel van acute somberheid over je heen.

Toch wil ik hier een plei dooien voor haar muziek, haar stem, haar voordracht èn haar teksten.

Zoals deze:

I ENVY THE WIND
THAT WHISPERS IN YOUR EAR
THAT HOWLS THROUGH THE WINTER
THAT FREEZES YOUR FINGERS
THAT MOVES THROUGH YOUR HAIR
AND CRACKS YOUR LIPS
THAT CHILLS YOU TO THE BONE
I ENVY THE WIND

I ENVY THE RAIN
THAT FALLS ON YOUR FACE
THAT WETS YOUR EYELASHES
AND DAMPENS YOUR SKIN
AND TOUCHES YOUR TONGUE
AND SOAKS THROUGH YOUR SHIRT
AND DRIPS DOWN YOUR BACK
I ENVY THE RAIN

I ENVY THE SUN
THAT BRIGHTENS YOUR SUMMER
THAT WARMS YOUR BODY
AND HOLDS YOUR IN HER HEAT
THAT MAKES YOUR DAYS LONGER
AND MAKES YOU HOT
AND MAKES YOU SWEAT
I ENVY THE SUN

[»I Envy the Wind« van Essence © 2001 UMG Recordings Inc.]

Stop met waarmee u bezig bent en koop, leen, download, rip alle meesterwerken van deze Koningin van Hartzeer, Melancholie, Weemoed en Onvervuld Verlangen.

Dooper

Leo Dooper is een onverklaarbaar onbekend beeldend kunstenaar die vlak aan de (Utrechtse) Vecht woont en werkt.

Hij maakt kleurige schilderijen, die u beslist eens moet bekijken, en hij dicht.

Zoals:

Binnen vier muren

De huiselijke vrede vertoont sporen
van gewenning, de dag bedekt gesprekken
met een camouflagenet. Het weer spreekt elk
seizoen zijn voorkeur uit voor winter.
Een zwerfkat in de achtertuin eist
nier-dieet in plaats van vis-paté
van Albert Heijn.

Onzichtbaar loopt een draad tussen baren
en de laatste spierbeweging. Hoe kan men
weten van herinneringen als
handelingen vanuit
het ogenblik ontstaan?

De schemeravond zet zijn geld in op verglijden
van licht naar donker. De zuidenwind
raakt 's nachts van streek daar hij
zijn makkers mist.

De trap kraakt
net als andere dagen.
De klok tikt uren weg op
het tempo van hun evenbeeld. Niets is
veranderd sinds de dag daarvoor, waardoor
geluk aantoonbaar wordt.

Meer info: http://www.vechtkronkels.nl/

maandag 15 september 2008

broederlijk

Mijn broertje uit Zürich was over uit Zwitserland, afgelopen zaterdag. Hoewel ik hem eerder dit jaar al lijfelijk heb meegemaakt was ik nogal opgewonden om hem te treffen. Dankzij mijn onovertroffen zus, die een gezamenlijk etentje voorstelde op een plek in het midden des lands.

En zo kon ik hem in mijn armen sluiten op perron 19.

Het deed me enorm goed hem weer te zien — mijn omhelzing had bijna iets wanhopigs. Ik wilde van alles zeggen, maar kon geen woorden vinden voor mijn emoties.

Het eten (Turks) was heerlijk en zo was het zitten naast hem. Zusterlief was er natuurlijk ook bij, maar ik heb eerlijk gezegd (en tot mijn schande) weinig aandacht aan haar besteed.

Ik kon mijn gevoelens van blijdschap niet in spreektaal uitdrukken. En ik kan dat eigenlijk nog steeds niet.

Nu ben ik aan het bedenken wat dat is: broederliefde (en zusterliefde).

Ik kan met mijn broertje praten over leven, geloof, kunst, muziek, filosofie. Ik kan enorm met en om hem lachen. We hebben een aantal interesses, voorkeuren en smaken gemeen; en een heleboel niet. En we hebben onder mekaar aan veel halve woorden genoeg.

Maar ik heb een paar goede vrienden waarvoor het bovenstaande net zo geldt. En toch zijn mijn gevoelens voor mijn broer anders (maar niet minder heftig).

Wat maakt die voor mijn broer zo bijzonder?

Is het om wat we samen hebben meegemaakt en doorstaan? Maar met genoemde vrienden heb ik ook heel wat doorgemaakt. En veel heb ik geleerd van en door hen, wat ik niet zo van mijn broer heb opgepikt (en andersom).

Dus waarom was ik zo trillerig bij het vooruitzicht hem weer te zien? En bijna tot tranen geroerd hem daadwerkelijk te omarmen? Is het omdat ik hem een lange tijd niet gesproken had (allebei druk-druk-druk)? Mijn zus belt me wekelijks, en elke keer ben ik blij haar te spreken.

Is het de ‘bloedband’? En wat zeg je daar dan eigenlijk mee? Heb ik die gevoelens niet, wanneer onverhoopt mocht blijken dat hij of ik geädopteerd is en we geen genen delen?

Want daar moet ‘t ‘m toch in zitten, de genenpool die we van onze ouders hebben doorgegeven gekregen.

Familie, het is een bijzonder ding.

donderdag 11 september 2008

heilig

Vandaag, 11 september, gedenken we HH. Felix, Regula & Exuperantius, martelaren, Stadsheiligen (Patroon) van Zürich, Zwitserland

Felix en Regula werden geboren in de 3de eeuw. Zij waren broer en zus en hij diende als onderofficier in het Thebaanse legioen van Mauritius. De meerderheid van dit legioen was het christelijk geloof toegedaan. Toen zij weigerden hun wapens op te nemen tegen geloofsgenoten, liet keizer Maximianus hen nabij Agaunum (Sankt Moritz, Zwitserland) uitmoorden.

Felix wist met zijn zuster Regula en hun dienaar Exuperantius, een vrijgekochte slaaf, naar de bergen te ontsnappen. Daar stichtten zij een kleine geloofsgemeenschap. Vanuit dit klooster verkondigden zij het evangelie aan de mensen in de streek. Zij ondervonden vreugde in hun werk en gingen tot in de stad Turicum (Zürich).

Hier werden zij door troepen van medekeizer Diocletianus gevangen genomen. Zij werden verplicht aan de Romeinse goden te offeren en toen zij weigerden, vreselijk gemarteld (o.a. met onderdompeling in kokende olie). Zij hielden stand in deze beproevingen, ook toen zij op een rad met messen gebonden werden. Zij werden tenslotte in het jaar 302 onthoofd, bij de Limmat ter hoogte van de huidige Wasserkirche.

De legende verteld dat zij zelf hun hoofd naar hun laatste rustplaats hebben gedragen, waar nu de Grossmünster staat. Zij zijn dus cefaloforen (v. Gr. kephalè = hoofd, pheroo = dragen, dus letterlijk: hoofddragers). Cefaloforen zijn heiligen van wie de legende vertelt dat zij zich na hun onthoofding, hebben opgericht en hun afgehouwen hoofd hebben opgenomen om het naar een bepaalde plaats, kapel, kerk of grafstee te dragen. Van meer dan 50 heiligen is iets dergelijks opgetekend.

In twee levensbeschrijvingen (of hagiografieën) van Felix c.s., uit de 9de eeuw, wordt van hun zgn. cefaloforie melding gemaakt. Een beeld met afgesneden hoofd dat zulk een heilige voorstelt, heet in de kunstgeschiedenis acefaal.

In de 8ste eeuw kwam Keizer Karel de Grote jagen in de bossen bij Zürich. Hij volgde een groot, wit hert tot aan de begraafplek van de heiligen, waar het neerknielde. Toen Karel de Grote hoorde van het leven en dood van de drie, liet hij op de plek van de kapel een grote stenen kerk bouwen. De huidige Grossmünster op dezelfde plek stamt uit de 9de eeuw.

De graven van Felix, Regula & Exuperantius werden een bedevaartsoord, samen met de Wasserkirche, gebouwd bij de plaats waar ze onthoofd werden, en de Fraumünster, waar hun relieken bewaard werden. Deze heilige plekken trokken duizenden pelgrims uit heel Europa. Om die stromen bezoekers in goede banen te leiden, werd in 1220 een brug gebouwd over de Limmat, de huidige Münsterbrücke. Tientallen zgn. ‘Leut(e)priester’ (volkspriesters) werden aangesteld om de pelgrims geestelijk te bedienen. De bekendste van hen is Huldrych Zwingli, de latere Reformator.

Toen na de Reformatie in 1524 de heiligencultus werd afgeschaft en op de schatten der kerk beslag werd gelegd, kwam het gebeente van de heiligen in Andermatt terecht. Naar de in 1950 te Zürich gebouwde kerk St. Felix & Regula werden relieken uit de Andermatter parochiekerk overgebracht.

Bron: groot gebedenboek ten gebruike van Katholieke Christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens. Samenstelling: C.A. Bouman. Uitgegeven bij: Het Spectrum, Utrecht/Brussel, 1950

woensdag 10 september 2008

deeltje

Twee berichten vandaag zijn blijven hangen. Dat is mijn dagelijkse opgave, nadat ik de krant gelezen heb. Wat herinner ik me van alle nieuws, opinies, gemengde berichten en zelfs reclame, tijdens mijn werkzaamheden de dag door.

Twee dingen dus. De ‘deeltjesversneller’ en de ‘middelpuntzoekende krachten’ van groepen in de samenleving waar Z. Ex. Minster van Sociale Zaken P. H. Donner het over heeft.

Donner’s betoog is na te lezen op www.trouw.nl/donner.

Het is opvallend dat de Podiumredactie van Trouw als titel boven de samenvatting in de krant zet: “De islam blijft, en hoort erbij”, terwijl Donner het heeft over ‘wat bindt ons/wat ons bindt’. Welk hoorapparaat had Trouw in toen hij (deze krant is een heer) Donner beluisterde, vraag je je af.

Maar goed.

De protonen onder de grond bij Genève die met een onvoorstelbare kracht op elkaar botsen en zo hopelijk het ‘Higgs-deeltje’ onthullen dat misschien niet eens bestaat; en de ‘vanzelfzwijgende goede samenleving’ van Donner (als overtreffende vorm van ‘vanzelfsprekend’). Zoals hij zegt:

‘Wat bindt ons als samenleving?’ [H]et […] zal duidelijk zijn dat die vraag beantwoordt wordt door wat u verstaat onder samenleving en de binding daarbinnen van de leden van die samenleving. Daarom wordt de vraag doorgaans ook niet gesteld als men de samenleving beleeft en ruwweg een idee heeft van wat dat inhoudt. Een goede samenleving is vanzelfsprekend, of sterker nog: vanzelfzwijgend. Samenleven doe je, voel je, geloof je, hoop je; en waar dat gevoel en geloof verdwijnen los je dat niet op door er over te praten en het probleem verstandelijk te vatten. Tegen de tijd dat u zich afvraagt wat uw huwelijk inhoudt, heeft u een probleem. […] Bij alle persoonlijke voorspoed, maken we ons zorgen over hoe het verder moet met de samenleving. Dat is niet geheel vreemd, gegeven dat we ons rijker weten, beter verzorgd en veiliger dan ooit eerder – en dan waar ook elders; dan ga je je zorgen maken zoals de rijkaard die niet kan slapen uit vrees dat hij weer armer wordt. De toekomst hoeft voor ons niet beter, als zij maar duurzaam is.

En over de rol van religie in die samenleving zegt Donner o.m.:

Wat is de rol bij dat alles van religie? De zorg over de samenleving die aanleiding is voor de vraag ’wat bindt ons’, is in niet geringe mate ingegeven door zorg over de groeiende betekenis van de islam in Nederland en de tegenstellingen die dat oproept. Op de uitnodiging voor vanavond stond dan ook apart vermeld de vraag of religie een splijtzwam is dan wel een bindmiddel voor onze samenleving. Religie is beide; alles wat bindt is ook een element van scheiding. Religie was eeuwenlang een sterk maatschappelijk bindmiddel. Tussen religies kan de samenleving uit elkaar spatten indien er geen afdoende tegendruk bestaat in gemeenschappelijk belangen, wederzijdse afhankelijkheid en een gevoel van onderlinge verbondenheid en betrokkenheid. Dat was waarom verdraagzaamheid en religieuze tolerantie hier eeuwen bestonden. Ondanks onze vrij fundamentalistische geloofsaard, hadden we wel wat beters te doen dan elkaar te bevechten; we moesten dijken bewaken, handel drijven en ons tegen het buitenland afzetten. Samenleven in religieuze verscheidenheid wordt moeilijk wanneer religieuze verschillen gaan samenvallen met andere politieke, sociale, economische, etnische en culturele verschillen. Dan gaat men langs elkaar heen leven en versterken religieuze tegenstellingen de andere verschillen [en omgekeerd zou ik er aan toevoegen—ypek].

En:

Het kan niet zo zijn dat we forse kritiek hebben op het geloof en gedrag van anderen, om wanneer er kritiek komt op de eigen zekerheden en eigenaardigheden, onmiddellijk politie en justitie te hulp te roepen om ons te beschermen. Zekerheid en bescherming zijn tweezijdig.

Uit het hele verhaal lijkt het wel of Donner op zoek is naar een ‘Higgs-deeltje’ als oplossing voor een pijnlijk hiaat in het Standaard Model van samenleving. En net als bij de ultradiepe en mega-geleerde fysica onder Genève bestaat het misschien niet eens. En lopen we in cirkels onszelf achterna tot de volgende botsing van ideeën, overtuigingen, (geloofs)waarheden en zekerheden. Met de woorden van Coldplay in »The Scientist«:

I was just guessing at numbers and figures
Pulling the puzzles apart
Questions of science, science and progress
Do not speak as loud as my heart
Tell me you love me, come back and haunt me
Oh and I rush to the start

Running in circles, chasing our tails
Coming back as we are
Nobody said it was easy
Oh it’s such a shame for us to part
Nobody said it was easy
No one ever said it would be so hard
I’m going back to the start

maandag 8 september 2008

terreur

Terrorists plant time bombs in our heads, hoping to turn each and every imagination into a private hell governed by our fear of them. They win only if we let them, only if we become like them: vengeful, imperious, intolerant, paranoid.

Bill Moyers, de Paul Witteman van de VS van A.

(‘imperious’ = superieur, hautain, arrogant en ‘vengeful’ = wraakzuchtig)

zondag 7 september 2008

niksig

Er is een verschil tussen schuldgevoelens en schuldbesef. Gevoelens van schuld kunnen terecht of onterecht zijn. Besef van schuld krijg je als je geweten of een ander je wijst op iets wat je verkeerd gedaan hebt of iets goeds wat je hebt nagelaten te doen.

Nu heb ik schuldgevoelens omdat ik vandaag niet de krant of de Groene gelezen heb, niet afgewassen, niet gefietst, niet heb geschreven.

Wel gewerkt—ik zit in de zingevingbusiness o.m. als facilitator voor religieuze samenkomsten, welke veelal op zondagmorgen plaatsvinden, vandaar.

Ik heb vanmiddag elpees gedraaid; zorgvuldig door de lyrics mee te lezen en met de hoofdtelefoon op. Big Country, Kate Bush, Hatfield & the North, The Waterboys, Leslie Phillips, als u het weten wil.

Verder heb ik gekookt en dat is bijzonder voor mijn doen.

De avond heb ik kanaalgezwommen en via Die Ludolfs een Krimi, een reportage over Von Karajan, en Belgische open monumenten ben ik op mijn webdagboek terecht gekomen.

En ik voel me alsof ik tijd verspild heb. Alsof ik iets Groots & Meeslepends gemist heb door mijn lethargische houding. Had ik maar…, tja, wat? Als ik dat wist, had ik het wel gedaan. En had ik nu niet die onverklaarbare gevoelens van schuld.

Want waaraan zou ik schuldig zijn? Wie of wat heb kwaad berokkend door deze middag en avond “niets” gedaan te hebben.

Onterechte schuldgevoelens dus.

Tenzij u op één of andere wijze benadeeld bent of schade ondervonden heeft, als gevolg van mijn nietsdoen. Neemt u in dat geval contact op met mijn zaakwaarnemer (want ik doe niks vandaag).

zaterdag 6 september 2008

keuze



Kan het nu eindelijk afgelopen zijn met de kolommen in onze kranten en tijdschriften, de reportages in Nova, de analyses van correspondenten over de verkiezingen in de VS van A?!

Wat moet ik met al die informatie, de peilingen, de verwachtingen, de voor- en nabeschouwingen van partijcongressen. In NRC●Next van vrijdag 5 september j.l. stond zelfs een toespraak van de tweede van de lijst-McCain in extenso afgedrukt, in het Engels. [Die eer heeft nog geen enkele Nederlandse kandidaat, fractieleider, minister, of minister-president ooit gehad. Dat mochten ze willen!] Een oratorisch fraaie toespraak, mooi om te lezen, maar verder nutteloze kennis voor de gemiddelde Nederlander.

En de verkiezingen zijn pas over twee maand!

Ik kan niet stemmen voor McCain of Obama en ik kan de keuze van de Amerikanen voor de één of de ander niet beïnvloeden.

Ik en de rest van de wereld kunnen niet anders dan afwachten, wie de Amerikanen straks hun vertrouwen geven. We mogen hopen dat het niet een regering van het Bush-type wordt, maar zelfs die hoop doet niet ter zake.

Vanaf nu kies ik ervoor geen enkele bijdrage over het verkiezingscircus in de VS te lezen of te bekijken. Bel me maar als de stemmen daar geteld zijn en de winnaar bekend is.

vrijdag 5 september 2008

namelijk

Yolanda, York, Yayang, Yoyong, Yoyoy, Yone, Yamba, Yvette, Yasi, Yalo, Yani, Yutu, Yagi.

Dit zijn alleen de namen beginnend met i-grec. En ze komen uit de lijsten die de KNMI’s van de betrokken landen hebben om orkanen, cyclonen, en andere stormwinden aan te duiden.

Op het interweb zijn die lijsten te vinden.

Het schijnt dat een Australische meteoroloog begin 20ste eeuw ermee begonnen is. Hij noemde cyclonen naar politici waar hij een hekel aan had. Zo kon hij in z’n weerpraatjes een politicus beschrijven als ‘causing great distress’ of ‘wandering aimlessly about the Pacific.’.

Tijdens WO2 werden orkanen vernoemd naar vriendinnen of echtgenotes van weerkundigen van de Marine. Wat veel zegt over de relaties die zij hadden met hun geliefden. Vanaf de jaren ’50 werden ook mannennamen gebruikt, maar ook namen van bloemen, vogels, dieren, bomen en vruchten.

Daar zijn dus officiële lijsten van. En als zich een wervelstorm voordoet dan pakken ze die erbij (hoeveel synoniemen voor ‘cycloon’ kan ik bedenken?). Het KNMI van het land dat de orkaan voor ’t eerst signaleert, heeft het ‘eerstgeboorterecht’ en mag de naam aanleveren.

Ik ben benieuwd wanneer dit systeem commerciëel gaat.

Want de miljoenen om de schade te herstellen, moeten toch ergens vandaan komen.

Wat is dan toepasselijker dat verzekeringsmaatschappijen, bouwbedrijven, telefoonbedrijven hun naam verbinden aan een orkaan? En daar grof geld voor betalen?

Dus binnenkort in de krant: “Aegon zaait dood en verderf in de Filippijnen”.

donderdag 4 september 2008

veilig

Twee politie-agenten onder een bewakingscamera (want het is geen lantaarnpaal), hier beneden voor mijn woonflat.

Ik voel me erg veilig, vandaag.

(En van het aankomende hoogwater heb ik geen last, want ik woon op de vierde verdieping).

dinsdag 2 september 2008

vandaag

“Today is the child of yesterday and the parent of tomorrow.”

Bruce Mau heeft dit gezegd.

Een fijne tekst voor al die vrouwen en mannen die zich wanhopig proberen te herinneren wat ze deden in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Om te voorkómen dat de Firma Wilders & Verdonk hen op de brandstapel zet.

M.a.w. wie en wat je nu bent is het product van wat daarvóór in en om je heen gebeurde. En met je doen en denken van nu heb je de mogelijkheid ten goede of ten kwade bij te dragen aan de toekomst.

maandag 1 september 2008

blozend

Te laat kwam ik erachter dat de ziekenauto voor zijn vrouw kwam. Toen was het onschuldige grapje al gemaakt.
"Dus daarom is de zorg zo duur...!" als reactie op zijn mededeling dat de ambulance die gisteravond beneden voor de deur stond, er binnen 10 minuten was.
Humor, eigenlijk nooit proberen bij onbekendheid met de persoon en diens situatie.
Ik kon wel door de grond zakken, maar we zaten vier-hoog.
Schaamte dus. Tongafbijtende schaamte.
Ik heb wel mijn werk gedaan, met extra inzet en nauwgezetheid, maar het koffiekwartiertje met deze cliënt was beklemmend zwijgzaam.
En, spelende vrouw, wat hebben we geleerd?
Dat ook terloopse woorden onbedoeld kuunen kwetsen en nooit meer teruggenomen kunnen worden. Als ze zijn uitgesproken blijven ze altijd om ons heen.
Hoeveel van die zinnen, woorden, uitroepen zweven rond in de interpersoonlijke ruimte tussen hoevele mensen?