zondag 14 juni 2009

krak

Ik ben op m’n pijp gestapt. En deze is nu irreparabel kapot.

Het is toch jammer, zonde, sneu, verdrietig, zielig zo’n gebroken pijp.

Nu heb ik zo’n 10 à 15 pijpen, dus ik kan nog even vooruit, maar het resultaat van mijn onvoorzichtigheid roept wel allerlei schuld en schaamte op, een post-paradijs gevoel, besef van de broosheid van het bestaan, spijt over falen en feilen, inzicht in de onherroepelijkheid van woorden en daden, somberte over de niksigheid van het kleine geluk en de dictatuur van het kwaad.

In zo’n bui moet ik geen whisky drinken.

[En hij schonk zich er nog één in].

Geen opmerkingen:

Een reactie posten