dinsdag 26 februari 2008

typisch

Een week lang kon ik niet met de pc werken en de maanden daarvoor bij vlagen. En wat was het eerste dat ik deed toen ik de ‘nieuwe’ monitor had aangekoppeld en in bedrijf had gesteld? Ik ging flipperen. 3D-Pinball is het computerspel, naast LEGO Racers en Tetris, dat ik als eerste generatie computergebruiker bevatten kan.

Het is veelzeggend dat na 1½ maand min of meer pc-loos door het leven gegaan te zijn, ik een spelletje ga doen. Het geeft aan dat ik de huiscomputer, met zijn myriade aan gebruiksmogelijkheden, eigenlijk nog steeds beschouw als speelgoed.

Natuurlijk, het emeelen en tekstverwerking is onontbeerlijk voor werk en privé en ik maak er met plezier en dankbaarheid veel gebruik van.

Hoezeer ik inmiddels gewend ben geraakt aan het op electronische wijze schrijfsels produceren, merkte ik toen ik de oude, vertrouwde (electrische) schrijfmachine van onder het stof moest halen om een nette brief op te stellen.

Mijn typemachine, een Triumph-Adler Gabriele 7007 L, heeft veel functies die destijds wondertjes van techniek waren. Er zit een correctielint op en het apparaat ‘onthoudt’ vier à vijf letters die je daarmee kunt overschrijven met typex, zodat je typevauten kunt herstellen. Maar je kunt altijd zien dat er iets verbeterd is. Ook kan ik met de Gabriele drie verschillende tekenafstanden instellen en drie regelafstanden (1, 1½, 2). En ik kan met één toets instellen dat hele woorden worden onderstreept tijdens het typen. Maar cursief, bijvoorbeeld, kent Gabriele niet. En om een kopie van het getypte voor eigen gebruik te hebben, moet je carbonpapier gebruiken. Wat een gedoe is en hoe zorgvuldig je daarmee ook bent, zwarte vingers zijn onontkoombaar. En de schrijfmachine kent natuurlijk maar één lettertype. Destijds kon je alleen typografisch variëren door een ander margriet-wiel (Engels: ‘daisy wheel’) in het apparaat te klikken. Maar lang niet alle modellen hadden die mogelijkheid (IBM was er het verst in).

Het maken van een tekst op zo’n apparaat vereist dus een heel andere manier van schrijven. In Microsoft® Woord begin je een eind weg te rammelen en je gaat achteraf woorden, zinnen en alinea’s verschuiven, wissen, veranderen, verbeteren. Je hoeft niet eens op spelling of stijl te letten, want de spellingchecker doet dat voor je.

Met een schrijfmachine staat meteen op papier wat je getypt hebt. Je gaat dus van te voren veel zorgvuldiger bedenken wat en hoe je iets formuleert. Ik heb eerst met vulpen (ook zo’n antiquiteit) een kladje geschreven en dat overgetijpt. Machineschrijven in tegenstelling tot tekstverwerken is zo een veel overwogener en rustiger manier van tekstproductie. Het is ook substantiëler dan de bits and bytes van een Woord-document. Zelfs een afgedrukt Woord-bestand is vluchtig van karakter, je kan immers secondesnel de tekst veranderen en er een afdrukje van maken. Een getijpte tekst stáát.

Al-met-al geloof ik niet dat tekstverwerken op de computer sneller is dan met een tikmachine. Met Woord heb je in een mum van tijd een tekst, maar je bent vervolgens veel tijd kwijt aan verbeteren, veranderen, corrigeren. Met een typemachine ben je die tijd ook kwijt, alleen vooraf aan het eigenlijke typen zelf.

Dus, ondanks dat ik nu weer kan schrijven met de computer, de typemachine blijft in de buurt voor die teksten die echt indruk moeten maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten