Wanneer zij voor haar leven een wisknop zou hebben zou zij
het liefst alles wissen van ná haar veertiende verjaardag. Zij was bijna 76 en
haar zoons wilden dat „groots” vieren, want „een volgende verjaardag zal U misschien
niet meer meemaken”. Je hoorde de hoofdletter u, wanneer zij haar toespraken
want op goede manieren had zij altijd gelet. En inderdaad, haar gezondheid werd
minder: het hart, de nieren en de laatste tijd ook het geheugen. Dus een groots
feest zou weleens fataal kunnen zijn. „Of dat de bedoeling was”, schoot door
heen. Blijkbaar had zij het hardop gezegd (weer zo’n kortsluitinkje van haar
brein), want Albert-Jan, haar jongste, had „geen woorden genoeg” om die
gedachte te bestrijden en Arno had verontwaardigd betoogd dat „zij de laatste
tijd ze niet allemaal meer op een rijtje had”.
Dus zo zat zij in haar eigen luie stoel (door Arno een dag
eerder opgehaald, zodat zij een middag en avond op een keukenstoel tv had moeten
kijken, vandaar haar rugpijn) pontificaal vooraan in de eetzaal van
verzorgingshuis De Eengelanden. Het gebakje smaakte lekker, maar zij kon
nergens het lege schoteltje neerzetten en kreeg een beetje kramp in haar hand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten