zaterdag 10 januari 2009

tawny

Zijn broek heeft dezelfde kleur als de bank. Een onbestemd soort oranje-bruin dat in de jaren ’60 van de vorige eeuw erg ‘hip’ geweest zou zijn. Maar hip is al lang niet meer cool. En cool is vet geworden.

Dat is hij trouwens niet, vet. Voor een supermodel heeft hij de ideale maten, de scheiding in zijn haar lijkt gebeeldhouwd sinds zijn twaalfde. Maar zijn etsblauwe ogen zijn nooit iemand opgevallen, zijn verschijning nooit opgemerkt. Als hij spreekt, vragen mensen: Pardon, u zei?

Zijn driekamerat kijkt uit op een bedrijventerrein van vierkanten en rechthoeken. Hij hoeft maar tien minuten te lopen naar één ervan om er zijn werk te verrichten. ‘Iets met computers’, heeft hij geantwoord toen tien jaar geleden de buurman vroeg wat hij zoal deed.

Driemaal per week eet hij in het bedrijfsrestaurant. De andere dagen kookt hij het enige recept dat hij kent, spaghetti carbonara. ’s Zondags haalt hij soms chinees, soms een pizza.

Wanneer hij zich verveelt, en dat is zelden, etst hij langs het kanaal. Na 15½ kilometer neemt hij de brug en etst hij terug langs de andere kant van het kanaal.

Hij denkt tweemaal per jaar erover een kat te nemen, maar besluit het niet te doen, omdat hij niemand weet die op een kat kan passen als hij met vakantie gaat.

Eens per jaar neemt hij 15 verlofdagen op en brengt die door in een pension, dat sinds enkele jaren ‘bed & breakfast’ heet en is gehuisvest in een onopvallende straat in Haarzuilens. Hij maakt er wandelingen rond het park, leest Agatha Christie’s, drinkt twee glaasjes tawny port na het avondeten en tobt of hij niet te dik wordt. Hij stuurt geen kaarten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten