woensdag 30 oktober 2013

bankzaken



Rabo. Libor. Euribor. Het lijken wel namen uit een vijfdelig  fantasy epos, vol van zwaarden, koningen, vazallen, tovenaressen, middeleeuwse taferelen en met een titel als „De Kronieken van Moerland — Deel 2: Het Broederschap”. Waarin opperherder Deneba, daartoe aangezet door de halfbroeders Euribor en Libor (bekend van Deel 1: „De Vrouwe van het Laagland”), de onkreukbare maagd Rabo ontmaskert als een konkelende en sjoemelende heks. 


Ik ben altijd een soort trots geweest op mijn Rabobank. Dat is een bank van boeren en middel- en kleinbedrijfers. En gewone mensen als ik. De Rabobank doet niet aan spelletjes op internationale beursen of bedenkt geen onnavolgbare financiële transacties om aandeelhouders te paaien, of andere machinaties. Dacht ik altijd. 

Piet Moerland, (ex)voorzitter van de raad van bestuur van Rabobank, verklaarde 29 oktober 2013:

„Ik betreur oprecht dat een aantal medewerkers van Rabobank ontoelaatbaar gedrag heeft vertoond. Dit had nooit mogen gebeuren bij Rabobank. Het gedrag van deze personen en het taalgebruik dat sommige van deze personen in hun communicaties hebben gebruikt, heeft mij geschokt. Rabobank heeft alle begrip voor de verontwaardiging die dit oproept, zowel binnen onze organisatie als daarbuiten. Dergelijk gedrag is volledig in strijd met onze kernwaarden, waarvan integriteit de belangrijkste is. De samenleving moet erop kunnen vertrouwen dat mensen van de Rabobank vanuit deze waarden opereren. Daarom heb ik vandaag besloten om uit principe en met onmiddellijke ingang terug te treden als voorzitter van de Raad van Bestuur.” 

Hij lijkt mijn gevoelens te delen, maar ik ben zeer benieuwd wat „het principe” is, van waaruit hij terugtreedt als bovenbaas van de Rabobank. Ik wil dat weten omdat een andere Rabo-bovenbaas (Wout Dekker, voorzitter van de raad van commissarissen), verklaarde: „Ik wil onderstrepen dat noch Piet Moerland noch andere leden van de Raad van Bestuur enige betrokkenheid bij deze kwestie hebben gehad.”


Waarom treedt Moerland dan af? Omdat-ie geschokt is van het taalgebruik van zijn medewerkers? Heeft hij zo'n gevoelige ziel? Wanneer sommige van je medewerkers ontoelaatbaar gedrag vertonen, geef je ze toch gewoon straf of ontslaat ze. Maar aftreden als bestuursvoorzitter?

vrijdag 25 oktober 2013

tijd

De letters van het binnenwerk zijn gedrukt in vlekkerig zwart-wit (Times New Roman vermoed ik) op dik krantepapier, met op de omslag een onscherpe kleurenfoto (© Bernard Charlon/Gamma) van Joeri Andropov en face met een rode strik. De foto’s binnenin zijn alle in zwart-wit op één afbeelding na van een schilderij  »Rolschaatser1982« door Margreet Kolvoort.

Het is juli 1983 en het gaat om weekblad De Tijd (“Dieu et mon droit”), № 460, Jrg. 9. Het was toen crisis met hoge werkloosheid (20%) en een piepjonge Jan Mulder schrijft over zijn avonturen in Las Vegas. 

Een andere bijdrage komt van Tom Pauka* (“Na een lange en succesvolle tocht door de media, zowel bij krant als radio en televisie, en actieve betrokkenheid bij de politiek kan men Tom Pauka nu vinden in de kop van Noord-Holland, alweer betrokken bij kunst maar vooral geconcentreerd op het schrijven van boeken”), die schrijft over wat hij mooi vindt: spelende honden, rolschaatsende jongeren en een schilderij van Margreet Kolvoort. Over die Margreet Kolvoort is op het WWW niets te vinden dus heeft zij officieel niet bestaan.

Andropov heeft wel bestaan. Wikipedia: Joeri Vladimirovitsj Andropov [(Юрий Владимирович Андропов), geb. in Nagoetskaja, Kraj Stavropol, Rusland, 15 juni 1914 — gestorven aan een leveraandoening te Moskou, 9 februari 1984], was een Sovjet-Russisch politicus. Gedurende 15 maanden was hij Secretaris-generaal van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie. Joeri is ook een Russische kattenaam en ondanks zijn vroegtijdig verscheiden heeft Joeri Andropov een Facebook-paginaDe Tijd: “Hij wist veel meer af van de VS dan Reagan afwist van de Sovjet-Unie.”

Het 8 pagina’s tellende omslagartikel focust op Andropov’s inspanningen als Secretaris-generaal van de USSR om de kernkoparsenalen van de wereld te verminderen. Zijn tegenpool was Reagan, dus dan weet je het wel.

Wat verder opvalt in De Tijd van 1983 is het zorgvuldig gebruik van leestekens. Zoals de aanhalingstekens „ en ” i.p.v. “ en ”. Dat vind ik heel fraai. Net zo als de accent grave in nòg.  

En ik wil Pauka lezen. Zou De Slegte nog iets van hem hebben staan?



*Vanaf 1980 maakte Tom Pauka naam als literair auteur. Hij debuteerde met de verhalenbundel Een moeilijke eter en andere verhalen. De literaire pers reageerde unaniem positief. In 1981 volgde de roman/novelle Winnifred onttrekt zich aan het oog. Daarna publiceerde Tom Pauka twee romans die nog steeds kunnen rekenen op een groot lezerspubliek: Een ongewenst verlangen (1982) en De meidenziekte (1983), respectievelijk met als thema multiple sclerose en anorexia nervosa. Hierna verschenen nog twee romans, te weten Gedroomde kansen (1984) en Lente voor beginners (1985). Succes bleef uit, waarna het stil werd rond de auteur. Wel publiceerde hij nog samen met Rein Zunderdorp — voormalig wethouder van Groningen en thans o.a. voorzitter van het Humanistisch Verbond — twee boeken over de voor- en nadelen van het inschakelen van externe adviseurs: De Banaan wordt bespreekbaar (1988) en Banaan voor gevorderden (1990). In beide boeken wordt het veranderingsproces van de gemeente Groningen eind jaren tachtig beschreven. Kenmerkend voor Pauka’s kleine maar overtuigende oeuvre, is het vertrouwen in de menselijke vitaliteit. Belast met gevoelens van schuld en overbodigheid slagen de hoofdpersonen er desondanks in hun leven zin en inhoud te geven. Zij blinken uit in levensmoed en verstaan de begerenswaardige kunst van het overleven. (Bron: Wikipedia)

dinsdag 22 oktober 2013

i.p.v.

Wanneer we alle Pieten schminken als Putin, is dan iedereen tevreden?

maandag 14 oktober 2013

service

Toen zij op het punt stond om de hoorn op de haak te leggen — zo’n telefoon heeft zij nog — zei de onbekende aan de andere kant van de lijn dat hij het later nog eens zou proberen. Maar zij wilde geen service-abonnement voor het reinigen van de kliko.
Haar kliko die door de vriendelijke buurman elke twee weken aan de stoeprand werd gezet was meestal nog niet voor helft vol.  Vooral met lege plastic bakjes van Daily Diner maaltijden (“Culinaire Hoogstandjes Met Smaak Thuisbezorgd”). De bakjes die zij zorgvuldig elke keer afwaste alvorens ze in de kliko te werpen.

Die maaltijdbezorgservice was haar destijds aangeraden door de nadrukkelijk aanwezige thuishulp die twee maal per week haar serviceflatje (ruime woonkamer met open keuken, één slaapkamer en douche- annex toiletruimte) kwam doen.

De thuishulp kwam niet meer. Dat was nu eenmaal per week een studente psychologie, Malies, die in 2½ uur kwam stoffen, stofzuigen, klamvochtig afnemen, raamzemen, douche reinigen. Dat deed ze met enorme hoeveelheden allesreiniger en nauwelijks verhulde tegenzin. Malies kon ook Tessa, Eline of Annemijn zijn want het was elke week een verrassing wie er kwam. Zij hoopte steeds op Amber, het inmiddels 17-jarige buurmeisje van vroeger, toen zij met man en kinderen woonde op Tesselmalaan 15. Daar stond nu buurtservicecentrum "Het Kwakel".

dinsdag 8 oktober 2013

niks

Het beest komt hijgend en snuivend op me af. Het heft zich half op en raakt mijn onderbeen aan met zijn voorpoten. Ik ben hier niet van gediend en wijk achteruit. Maar de liftcabine waarin ik me bevind heeft weinig ruimte en ik ben al snel in een hoek gedrongen.

Dan zegt ’het baasje’ de onvermijdelijke woorden: „Hij doet niks hoor” en trekt aan de riem die hem verbindt met de bulldog-achtige variant van de Canis lupus familiaris.

„Maar ik wel”, zeg ik binnensmonds.

’Het baasje’ heeft me toch verstaan en werpt me een blik toe van ongeloof vermengd met afkeer en trekt de hond nog dichter naar zich toe.

Dan piept de lift dat we op de vierde etage zijn gekomen, waar ik er uit moet. Ik schuif langs de wand en de honde-eigenaar naar buiten. We zijn allemaal opgelucht.

vrijdag 4 oktober 2013

dierendag

Vandaag gaat Mevr. S. naar de slager om lamsgehakt voor haar hondje te kopen.
Dat doet ze elk jaar met Dierendag.

Niet met het onderwerp gerelateerde illustratie:

maandag 30 september 2013

links



Vanmiddag sloeg ik linksaf waar ik normaal rechtdoor fiets.  Doordat ik nu, vanuit de kijker gezien, de zon van rechts in mijn gezicht kreeg was ik een kort moment verblind.  Het effect van deze flits was dat ik ineens diverse halo’s en veelkleurige cirkels waarnam, waardoor mijn uitzicht op een prettige manier werd verstoord.
Morgen zal ik rechtsaf slaan. 


zondag 29 september 2013

onledig

Hiermee was ik de laatste tijd bezig. Maar ook met een donkere kamer, St. Brandaan, de Vrede van Utrecht (1730-2013), Nespresso, werk, consumentisme, tegendraadse gevoelens, treinreizen, enquêtes, The National, Internet, endoscopie, terugtrekken, Pinksteren, fietsen, laat gaan slapen.



maandag 22 april 2013

antidip



Cup-a-soup is zout met een smaakje (bijvoorbeeld ‘Chinese tomaat’ of  ‘smoked ham & honey, BBQ-style’). Aangelengd met heet water maak je er een beker bouillon mee “…dan kun je er weer tegenaan”.

Gelukkig hoef je deze instant-oplossing tegen ‘een dip’ niet te consumeren, althans dat is wat het pakje zegt: 

vrijdag 15 maart 2013

planning

Desalniettemin betekent op zich niks en spreek je zo uit: /ˈdɛzɑlnitəˈmɪn/ .

Zo zijn er ook andere woorden die mij intrigeren. Het zijn de woorden die in de film  AI: Artificial Intelligence door moeder Monica gezegd worden tegen haar “Mecha child” (van: mechanisch i.t.t. organisch); een prototype van een kunstmatig 'kind'. Die woorden moet ze uitspreken in een voorgeschreven volgorde, terwijl ze haar hand op een speciaal plekje in de nek van de robot houdt. Zo zal zij een moeder-kind band krijgen met de androïde. Die vervolgens de naam David heeft. Dan volgt een fascinerende film die ik niet vaak genoeg kan zien. 

De woorden zijn: cirrus, socrates, particle, decibel, hurricane, dolphin, tulip. Waarom de makers van de film, Stanley Kubrick / Steven Spielberg, juist die woorden en die volgorde bedacht hebben, is voer voor minstens één tweede-kans student sociologie/psychologie/linguïstiek/mediatiek.

Mijn plan om aan de hand van die woorden zeven schrijfsels te maken (voor elke woord één) is vanaf vandaag in uitvoering gegaan. Volgens mijn plan(netje) mogen die teksten verhaal zijn of gedicht of iets anders, maar steeds met één van de zeven woorden als uitgangspunt.

Ik wens mij succes.

maandag 28 januari 2013

donderdag 24 januari 2013

mooist



Ik heb dus een electronische boekenlezer, maar „Der Hals der Giraffe“ (Bildungsroman) van Judith Schalansky is zo’n boek dat niet in bits & bytes kan worden omgezet, zonder het werk te verkrachten.

Het Mooiste Duitse Boek 2012, volgens de Stiftung Buchkunst. En die kan het weten want in de jury zaten Ulrike Bettermann, Elke Dörr, Tilmann Koch, Matthias Höppener-Fidus, Claas Möller, Anja Sicka, Philippa Walz, Ina Hochbach, Prof. Christian Ide, Michael Lenz, Grit Neufang, Roland Stieger, Rainer Vettermann, Michael Lemling, Andreas Platthaus, Julia Walch.

Zij hebben niet de inhoud beoordeelt. Die is verpletterend. Wat een boek!

Goed is het dan om te weten dat deze uitverkiezing een Twents randje heeft. Het omslag van het boek is 19de-eeuws-achtig grove stof (Natuurlinnen 1137), geleverd door L. van Heek Scholco Textiles b.v. – Losser.

Begründung der Jury
Oft nimmt es kein gutes Ende, wenn Autor oder Autorin für die sichtbare Gestaltung ihres Werks mitreden wollen. In diesem Fall überzeugt das Ergebnis aber in jeder Hinsicht – wohl, weil die Autorin Judith Schalansky auch gleichzeitig als Grafikdesignerin arbeitet. Bei diesem Buch passt einfach alles zusammen: das mutig ausgewählte, sehr rauhe »Bibliotheksleinen«, die grobe, fast ruppig wirkende Schrift für die Deckenprägung und der historisch wirkende Druck der Illustrationen.
Das Buch hat keinen Schutzumschlag (Marketingabteilung aufgepasst: Es verkauft sich trotzdem gut!) und erinnert in Material und Gestaltung an die enzyklopädischen Obsessionen des 19. Jahrhunderts – ein »Bildungsroman« eben, den man sofort in die Hand nehmen und aufschlagen möchte – und eine Komposition aus elegantem Format, stimmigem Farbkonzept, klassischer Buchtypografie und vereinzelten Illustrationen.
Gute Buchgestaltung braucht weder große Budgets, noch ausgefallene Schriften oder Gimmicks aus der Zauberkiste der Buchveredelung, sondern vor allem eine zum Inhalt passende Formidee.