In mijn geboortestad is er een Staringstraat. O.a. hierom (het rijmt, dat is tenminste iets):
Lentezang
Vol bloeisel van boven,
vol bloemen omlaag,
staan velden en hoven
en bomen, en haag.
De vrolijkheid dartelt
in klaverrijk gras
zij wemelt, zij spartelt,
in vlieten en plas.
[…]
Geen nevelig duister
bedekt meer het veld.
Geen blinkende kluister
die ‘t beekje meer knelt.
Ontvlucht nu de steden,
wie de vreugde begeert.
Ontvlucht ze nog heden:
de lente regeert!
A. C. W. Staring [1767–1840]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten