Vandaag heb ik achterstallig
de Troonrede 2014 bekeken, via Internet. Dus nadat ik pagina’s analyses, commentaren,
kritieken en loftuitingen in Trouw had gelezen. Het was prettig luisteren naar
ZM—hij kan zijn dochters vast prachtig voorlezen—maar ik ben nog niet gewend
aan Willem-Alexander als vorst. Ik vind hem nog steeds te jeugdig, te speels. Net
zoals ik Rutte een kwajongen vind.
Ik wil blijkbaar een vader (of moeder)figuur als leider.
Iemand als Wim Kok, met wie ik het uit principe oneens was, maar die ik wel kon
vertrouwen. Hij straalde ervaring en wijsheid uit, alsof hij veel had gezien en
meegemaakt. En hij leek er te zijn voor álle Nederlanders. Van Kok als
minister-president had ik de indruk dat-ie zelf de afwas deed en ’s morgens z’n
broodtrommeltje vulde (twee bruine boterhammen met kaas en twee met ham).
Het beeld dat ik van Rutte heb is dat van een bankmanager die
tussen de middag uit lunchen gaat en zijn overhemden laat strijken door de au-pair.
Om de verschillen tussen de twee te schilderen: Kok is een 55-jarige WW-er die van reïntegratie-medewerker Rutte te
horen krijgt dat hij meer zijn netwerk moet aanspreken en proactief kansen moet
grijpen. Rutte lijkt nog nooit problemen gehad te hebben met het afbetalen van
de hypotheek. Rutte heeft, schijnt mij, nog nooit krap gezeten aan het eind van
de maand, terwijl er nog een tandartsrekening ligt.
Kortom, ik wil meer grijze haren bij Rutte en groeven in het gelaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten