vrijdag 10 december 2010

25

Nu Sinterklaas, met achterlating van chocolade letters en marsepeinen kunstgebitten, zijn hielen heeft gelicht kunnen we ons bezighouden, halverwege Advent, met waar het écht om gaat: de 25ste.

En dan bedoel ik 25 maart, want dat is de dag waarop (vnl. in de rooms-katholieke kerk) de Annunciatie wordt herdacht. Want dat is negen maanden vóór 25 december, de dag waarop de westerse kerk Jezus’ geboorte viert. 

Op 25 maart verkondigt de engel Gabriël aan een geschokte maagd in ondertrouw:
“Verheug je, begenadigde, de Heer is met je! – een gezegende ben je onder de vrouwen! […] vrees niet Maria, want je hebt genade gevonden bij God; zie, je zult in je schoot ontvangen en baren een zoon en zijn naam noemen: Jezus, – hij zal groot zijn en ‘Zoon van de Allerhoogste’ worden genoemd; de Heer God zal hem geven de troon van zijn vader David; hij zal koning zijn over het huis van Jakob in alle eeuwen, en aan zijn koninkrijk zal geen grens noch einde zijn! […] geestesadem van de Heilige zal over je komen, kracht van de Allerhoogste zal je overschaduwen; daarom zal wat voortgebracht wordt heilig genoemd worden, Zoon van God.” (evangelie vlgns. Lucas 1:26–37, vert. Oussoren)
Nu waren de eerste christenen niet zozeer bezig met de geboorte van hun Heiland als wel met zijn lijden, sterven en vooral verrijzenis. In de vroege kerk is heel wat gedacht, gerekend en geschreven over wanneer de Passie van Jezus  plaatsvond. Maar Paulus en Marcus in hun geschriften hebben het niet over de conceptie of/en geboorte van de Heer. En hun brieven en evangelie zijn de oudste van de christelijke overlevering.

Toen na lang delibereren werd vastgesteld dat de 14de Nisan (volgens het Evangelie van Johannes de dag van Christus’ kruisiging) op de Romeinse zonnekalender 25 maart was, ging men terugrekenen en werd 25 december het feest van zijn geboorte gevierd.

Dus, niks geen heidens Romeins Sol Invictus feest dat verchristianiseerd werd tot Kerstmis, zoals deze weken in alle tijdschriften, huis-aan-huis krantjes en supermarktfolders te lezen is. Maar gelovige rekenkunde van christenen die nieuw leven vonden door het leven, lijden, sterven en opstanding van hun Heer en Heiland. Want: 
"We could be christians without the stories of Christmas, but not without the stories of Easter."