maandag 30 juni 2008

verenigd

Dit is het charter van de VN, zoals dat in 1945 door de toen aanwezige landen is ondertekend (o.a. Verenigde Staten van Amerika, China, Iran, Syrië, Rusland, Dominicaanse Republiek, Cuba, Turkije en nog een heel stel grote en kleine landen):
CHARTER OF THE UNITED NATIONS
We the peoples of the United Nations determined to save succeeding generations from the scourge of war, which twice in our lifetime has brought untold sorrow to mankind, and to reaffirm faith in fundamental human rights, in the dignity and worth of the human person, in the equal rights of men and women and of nations large and small, and to establish conditions under which justice and respect for the obligations arising from treaties and other sources of international law can be maintained, and to promote social progress and better standards of life in larger freedom, and for these ends to practice tolerance and live together in peace with one another as good neighbours, and to unite our strength to maintain international peace and security, and to ensure, by the acceptance of principles and the institution of methods, that armed force shall not be used, save in the common interest, and to employ international machinery for the promotion of the economic and social advancement of all peoples, have resolved to combine our efforts to accomplish these aims accordingly, our respective Governments, who have exhibited their full powers found to be in good and due form, have agreed to the present Charter of the United Nations and do hereby establish an international organization to be known as the United Nations. In faith whereof the representatives of the Governments of the United Nations have signed the present Charter. [24 October 1945]

Nederland zette de handtekening 10 december 1945, Irak op 21 december van dat jaar. Zimbabwe tekende ook (25 augustus 1980). Zwitserland pas in 2002 (10 september).
Wat ik me afvraag of we nog wel weten wat we beloofd hebben en of we die doelstellingen nog steeds onderschrijven. Zo ja, waarom is het dan zo’n rotzooitje in de wereld, mede als gevolg van handelingen van de opvolgers van de ondertekenaars?
Wat is er sinds 1945 misgegaan. Waren we toen naïef of hebben we onderweg ons geloof verloren? En kunnen we dat terugwinnen?

zondag 29 juni 2008

sportief

Professor Doctor Peter Sloterdijk is Duitser (ondanks de naam) en filosoof. Als je die uitnodigt, ter gelegenheid van het EK voetjebal (dat zich daar onlangs schijnt te hebben afgespeeld), om wat te zeggen op een symposium te Zürich (‘Voetbal – Brood & Spelen’) dan krijg je wat.

Zwitsers; kunnen niet gewoon een spelletje doen, die gaan nadenken over het waarom en waartoe. Prachtig!

Wat hij te berde bracht – in een blijkbaar geïmproviseerd betoog (kun je nagaan wat je had gekregen als hij zich had voorbereid) – is getranscribeerd door de Neue Zürcher Zeitung en Trouw, respectievelijk 14 juni en 21 juni ‘08 (ik loop weer achter in mijn lezen; er liggen ook nog drie Groene Amsterdammers) en terug te lezen op beider webplekken.

En wat hij te zeggen had! De man verdient eeuwige roem, lauwerkransen, een lintje. Thank God for philosophers! En vertalers als Hans Driessen. Zie maar wat Sloterdijk zei en wat Driessen ervan maakt:

Spielen mit dem, was mit uns spielt: über die physischen und metaphysischen Wurzeln des Sports zwischen griechischem Stadion und römischer Arena

Ich werde gleich in medias res gehen, was bei einer philosophischen Herleitung eines solchen Themas wie «Fussball – Brot und Spiele» nichts anderes bedeuten kann, als zu zeigen, von wo man das Thema weit herholen möchte – Philosophie ist ja die Kunst des «Weit-Herholens der Dinge». Den Sport weit herholen heisst für Europäer nichts anderes, als in unsere eigene Antike zurückzublicken, und zwar in ihrer Doppelgesichtigkeit als einer griechischen und einer römischen. Um meine These im Voraus zusammenzufassen: Wir haben im Sportgeschehen des 20. Jahrhunderts eine doppelte Renaissance erlebt – auf der einen Seite eine griechische Renaissance, die im Zeichen des Stadions steht, auf der anderen Seite eine Renaissance römischen Typs, im Zeichen der Arena. Der Generaltrend in der Sportkultur des 20. Jahrhunderts verrät den zunehmenden Sieg des Arena-Prinzips über das Stadion-Prinzip – was zugleich etwas aussagt über die Grundtendenz der Massenkultur im 20. Jahrhundert.

Liggen of staan, dat is de kwestie

Ik zal meteen met de deur in huis vallen, wat bij een filosofische analyse van een onderwerp als ’voetbal – brood en spelen’ niets anders kan betekenen dan te laten zien hoe ver men het onderwerp wil zoeken – filosofie is immers de kunst van het ‘ver zoeken van de dingen’. De sport ver zoeken wil voor Europeanen niets anders zeggen dan terugblikken op onze eigen Oudheid, en wel in haar dubbele gedaante, de Griekse en de Romeinse.

Om mijn stelling maar meteen samen te vatten: we hebben in de geschiedenis van de sport in de twintigste eeuw een dubbele renaissance meegemaakt: enerzijds een Griekse renaissance, die in het teken van het stadion staat, anderzijds een renaissance van Romeinse snit, in het teken van de arena. De algemene tendens in de sportcultuur van de twintigste eeuw laat een steeds duidelijker overwinning zien van het arena-principe op het stadion-principe – wat tegelijkertijd iets zegt over de fundamentele strekking van de massacultuur in de twintigste eeuw.

aflatend

Het is mij bijna ontgaan maar we leven sinds 28 juni ’08 in het »Paulus-Jaar«. Vanwege zijn geboorte 2000 jaar terug. (Hoe weten ze dat eigenlijk, die datum? Staat hij ingeschreven in de burgerlijke stand van Tarsus? Of hielden ze destijds een besnijdenisregister bij?) Het verjaarsfeestje duurt tot 29 juni 2009, dus we hebben nog even.
Het Vaticaan wist ervan en gooit er bijzondere volledige aflaten tegen aan, ter verhoging van de feestvreugde. Ik dacht dat ze dat sinds Martin Luther op een laag pitje hadden gezet.
Om te voorkómen dat het een rotzooitje wordt, één aflaat per persoon per dag en je moet ervoor naar de pauselijke basiliek St. Paulus (Via Ostiense, Rome). James Francis s.r.e. Kardinaal Stafford, de ‘Großpönitentiar’ van het Vaticaan (ik weet niet hoe je dat in het Nederlands overzet, ‘hoofd penitentie’?) zegt het zelf:
Allen und jedem einzelnen Christgläubigen, die wirklich bußfertig, durch das Bußsakrament gereinigt und durch die heilige Kommunion gestärkt, in frommer Gesinnung die Päpstliche Basilika des hl. Paulus an der »Via Ostiense« besuchen und nach Meinung des Papstes beten, wird der vollkommene Ablaß der zeitlichen Sündenstrafen gewährt und erteilt, wenn sie vorher den sakramentalen Nachlaß und die Vergebung der Sünden erlangt haben.

Der vollkommene Ablaß kann von den Gläubigen sowohl für sich selbst als auch für die Verstorbenen gewonnen werden, so oft man die gebotenen Werke verrichtet, wobei die Norm Gültigkeit behält, daß der vollkommene Ablaß nur einmal am Tag erlangt werden kann.

En als je niet naar Rome kunt:
Die Christgläubigen der verschiedenen Ortskirchen können unter den gewohnten Bedingungen (sakramentale Beichte, eucharistische Kommunion und Gebet nach Meinung des Heiligen Vaters) und ohne jede Anhänglichkeit an jegliche Sünde den vollkommenen Ablaß gewinnen, wenn sie andächtig an einem öffentlichen Gottesdienst oder einer Andacht zu Ehren des Völkerapostels teilnehmen: an den Tagen, an denen das Paulus-Jahr feierlich eröffnet und beschlossen wird, in allen Gotteshäusern; an anderen Tagen, die vom Ordinarius des Ortes zu bestimmen sind, in Gotteshäusern, die dem hl. Paulus geweiht sind, oder zum Nutzen der Gläubigen in anderen vom Ordinarius dafür bestimmten Gotteshäusern.

Fijn van kardinaal Stafford dat-ie er aan gedacht heeft.

ruttig

Hier ten huize wordt hoogstzelden tot nooit gevraagd, ‘Wat vind Mark Rutte er eigenlijk van?’ Toen ik onlangs hoorde dat hij al vanaf begin 2008 doende is de Beginselverklaring van zijn Volkspartij voor Vrijheid & Democratie te herschrijven, was ik vooral verbaasd. En giechelig.

Ik weet niet beter dat het eerste en enige beginsel van de VVD is, het vrije ondernemerschap in al zijn vormen en behoud van de hypotheekaftrek. Want Vadertje Staat moet geprivatiseerd worden, maar als je kunt profiteren moet je het niet laten. Welbegrepen eigenbelang en als ieder voor zich haar/zijn eigenbelang nastreeft worden we er met ons allen beter van.

Klaar is de VVD-beginselverklaring. Ik vraag me af waarom Rutte er zo lang over doet.

Op de VVD-netstek vinden we zijn beginsel-overwegingen totnutoe. De titels van zijn ‘pennestreken’ spreken voor zich:

Van vrije markt via globalisering naar markt onder druk.

Technologie: van voorpagina naar beklaagdenbankje.

Van terugtredende staat via bemiddelende staat naar bemoeizuchtige staat.

Van Koude Oorlog naar Clash of Civilizations.

Van multiculturele wensdroom via integratiedebat naar nieuw nationaal bewustzijn.

Van voltooide emancipatie naar opstand der burgers en nieuwe sociale tweedeling.

Je voelt op je klompen aan wat hij onder die kopjes aan (rookvrije) cafépraat neerpent.

Ook in ons land zit de vrije markt in het defensief. De broodnodige liberalisering van de huurmarkt werd geblokkeerd, de vrijmaking van de markt voor het briefverkeer voor onbepaalde tijd uitgesteld. Een nieuw pakket belastingverhogingen zet de rem op de economische groei. De opbrengsten daarvan worden vooral besteed aan traditionele linkse herverdelingsprojecten in eigen land en daarbuiten (denk aan het opschroeven van de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking tot ver boven de internationale norm).

Het anti-technologiedenken van de antiglobalisten […] heeft iets weg van de Engelse Luddites. Die leefden in de vroege negentiende eeuw hun frustraties over de komst van de Industriële Revolutie uit op de spinmachines die hun handwerk overbodig dreigden te maken. Het is niet moeilijk om de overeenkomst te zien tussen de Luddites van toen en de ‘activisten’ van nu die voor het oog van de camera veldjes met genetisch gemanipuleerde gewassen vernietigen – of met de milieuterroristen die zich van de meest gewelddadige middelen bedienen in hun campagnes tegen biotechnologie-laboratoria. Het is aan de VVD om de verworvenheden van de opeenvolgende technologische revoluties te beschermen tegen deze moderne barbarij.

Het feit dat een clash of civilizations ondenkbaar is, wil niet zeggen dat de Islam voor ons land geen serieuze uitdaging vormt. Een uitdaging is de aanwezigheid van één miljoen moslims binnen onze landsgrenzen immers wel degelijk. Niet in militaire zin uiteraard, maar wel in sociale en culturele zin. In sociale zin is het bijvoorbeeld een probleem dat er een onderklasse van vooral Marokkaanse immigranten dreigt te ontstaan, met meerdere generaties nieuwkomers die nooit hebben gewerkt en blijvend afhankelijk zijn van een uitkering of de inkomsten verkregen uit misdadige activiteiten. Dit is overigens niet alleen een probleem van de Islamitische gemeenschap. Ook andere migrantengemeenschappen – uit de Antillen, uit Afrika en uit delen van Azië – kunnen zich slechts met moeite aan de onderklasse ontworstelen. Voor te velen is de multiculturele wensdroom in een nachtmerrie geëindigd.

Nu weet ik weer waarom ik niet bij de VVD moet zijn.

zaterdag 28 juni 2008

in de kou

Coldplay.

En niet U2.

Ik moet niet steeds willen ze met elkaar te vergelijken.

Coldplay’s vierde, Viva la Vida, heb ik nu een aantal malen beluisterd. En, tja, het hoort heerlijk weg, zoals al hun muziek. Maar de melodielijnen lijken wel erg veel op die van eerdere van hun liedjes. Tekstueel is het vaak ook magertjes, zoals meer van hun liedjes: “Those who are dead are not dead / They’re just living in my head” (uit ‘42’) — het rijmt en dan lijkt het al snel heel wat, maar het overstijgt niet het niveau van de frases gebezigd bij een doorsnee begrafenis. En ‘remember’ laten rijmen op ‘december’ — ze moeten toch maar ‘es een goed rijmwoordenboek kopen.

Coldplay dus. En niet U2. Want de Vier uit Dublin weten elke nieuwe LP/CD te verrassen met nieuwe klanken en diepgravende teksten. Coldplay doet gewoon door. Ook lekker hoor!

En een mooi hoesje, hoewel dat het meest dodelijke compliment is dat je een muziekgroep kunt geven.

(Overigens, ik ben sinds heugenis fan van Sparks en van hun kauwgumballenmuziek kan ik ook immens genieten, terwijl hun teksten hooguit humoristische vaststellingen zijn of tweerelige herhalingen van cliché's.)

vrijdag 27 juni 2008

levendig

Voordat u verder gaat met uw ongetwijfeld fabeltastische leven, dient u eerst te lezen wat Jean-Jacques Suurmond te melden heeft op het themakanaal 'Meer!' van Trouw (léés die krant).

woensdag 25 juni 2008

fractalig

Uitgaande van een uitsnede uit een fractaal (heeft iets te maken met amandelen en brood) viermaal hetzelfde plaatje maar dan anders. Het zou zo maar een tegeltje kunnen zijn in een hip Zürichs café.
Posted by Picasa

maandag 23 juni 2008

kant & klaar

Ik ben onzorgvuldig geweest in mijn aanhalen van de Imperativ van Kant. Gelukkig is er de onuitputtelijke bron van het interweb. Zo is er een Kant Lexicon. Daar wordt alles uitgelegd door Dr. Eisler Daaruit citeer ik hieronder. Zodat duidelijk moge zijn wat Kant eigenlijk wil zeggen en waarom ik aan hem moest denken.

Maxime. „Praktische Gesetze, sofern sie zugleich subjektive Gründe der Handlungen, d. i. subjektive Grundsätze, werden, heißen Maximen.” „Die Beurteilung der Sittlichkeit, ihrer Reinigkeit und Folgen nach, geschieht nach Ideen, die Befolgung ihrer Gesetze nach Maximen.” „Es ist notwendig, daß unser ganzer Lebenswandel sittlichen Maximen untergeordnet werde.” Bedingung dazu ist die Verknüpfung der Idee Gottes (s. d.) und der Unsterblichkeit (s. d.) mit dem moralischen Gesetze, KrV tr. Meth. 2. H. 2. Abs. (I 672—Rc 824 f.). Maxime ist das „subjektive Prinzip des Wollens”, GMS 1. Abs. 1. Anm. (III 19), „das subjektive Prinzip zu handeln”. Sie enthält „die praktische Regel, die die Vernunft den Bedingungen des Subjekts gemäß (öfters der Unwissenheit oder auch den Neigungen desselben) bestimmt”, sie ist also der Grundsatz, nach welchem das Subjekt handelt, während das Gesetz bestimmt, wie es handeln soll, ibid. 2. Abs. 7. Anm. (III 44). „Praktische Grundsätze sind Sätze, welche eine allgemeine Bestimmung des Willens enthalten, die mehrere praktische Regeln unter sich hat. Sie sind subjektiv oder Maximen, wenn die Bedingung nur als für den Willen des Subjekts gültig von ihm angesehen wird”, KpV 1. T. 1. B. 1. H. § 1 Erklär. (II 23). Eine Maxime ist eine „Regel, die die Willkür sich selbst für den Gebrauch ihrer Freiheit macht”, Rel. 1. St. Von d. Einwohnung […] (IV 19). Etwas in seine Maxime aufnehmen heißt, es sich zur allgemeinen Regel des Verhaltens machen, ibid. Anmerk. (IV 23); vgl. Willkür, Böse. „Die Regel des Handelnden, die er sich selbst aus subjektiven Gründen zum Prinzip macht, heißt seine Maxime; daher bei einerlei Gesetzen die Maximen der Handelnden sehr verschieden sein können.” Maxime ist „das subjektive Prinzip zu handeln, was sich das Subjekt selbst zur Regel macht (wie es nämlich handeln will)”, MS Einl. IV (III 28 f.). Der kategorische Imperativ (s. d.) fordert, so zu handeln, daß die Maxime des Wollens zum Prinzip einer allgemeinen Gesetzgebung sich eignet.

Imperativ. Ein Imperativ ist ein normatives Urteil, ein Satz, der ein Sollen (s. d.), eine praktische Notwendigkeit ausspricht. In den „hypothetischen” Imperativen handelt es sich um ein bedingtes Sollen, im Hinblick auf einen Zweck, zu dessen Erreichung etwas als Mittel vorgeschrieben wird. Der „kategorische” Imperativ drückt ein unbedingtes Sollen, eine absolute Forderung (Norm) der Vernunft aus, ohne Rücksicht auf einen Zweck, eine „Materie” des Willens. Das Sittengesetz wird in einem solchen Imperativ formuliert, welcher Allgemeingültigkeit des Wollens, Eignung der Maxime desselben zu einer allgemeinen Gesetzgebung fordert. Es folgt daraus auch die Forderung, die Menschheit in jedem nie bloß als Mittel, sondern auch als Zweck zu behandeln (d. h. als Persönlichkeit, als vernünftiges Wesen; vgl. Sittlichkeit). Der kategorische Imperativ entspringt der Autonomie (s. d.) der praktischen Vernunft und weist auf die Freiheit (s. d.) des („intelligiblen”) Menschen hin. Die Allgemeingültigkeit der Willensmaxime schließt nicht eine Rücksicht auf die Besonderheit der (äußeren und inneren) Umstände des Handelns aus, ist rein formal. „Der kategorische Imperativ, der überhaupt nur aussagt, was Verbindlichkeit sei, ist: Handle nach einer Maxime, welche zugleich als ein allgemeines Gesetz gelten kann!” Dieses Gesetz macht die Freiheit als Eigenschaft der Willkür kund. Jede Maxime, die sich nicht zu einem allgemeinen Gesetz qualifiziert, ist der Moral zuwider, ibid. (III 28 f.). „Unter einem Imperativ überhaupt ist jeder Satz zu verstehen, der eine möglich freie Handlung aussagt, wodurch ein gewisser Zweck wirklich gemacht werden soll”, Log. Einl. Anh. (IV 96). Der moralische Imperativ kann “als die Stimme Gottes angesehen werden”, Altpreuß. Mth. XXI, 577. „Alle Menschenpflichten als göttliche Gebote vorzuschreiben, liegt schon in jedem kategorischen Imperativ” „Der kategorische Imperativ ist Ausspruch eines Vernunftprinzipes über sich selbst als Person (dictamen rationis practicae)”, ibid. XXI 614.


vervreemd

“Geloven is aannemen wat wij niet zien, en het gevolg van geloven is zien wat we aannemen.” (Augustinus)

‘De’ mens leeft in vervreemding. Ik ben vervreemd van mezelf, mijn medemensen, natuur en God. Vervreemd van de natuur; we buiten de aarde en haar schatten uit, vernietigen visvoorraden en warmen alles op, zodat het water ons tot de kin komt. Marx heeft zelfs vastgesteld dat we vervreemd zijn van ons werk. Iedereen die aan het eind van de dag zich afvraagt wat hij nu eigenlijk heeft voortgebracht na 8 uur gewerkt te hebben, zal het met hem eens zijn.
Ik ben vervreemd van mezelf, want ik weet nauwelijks waarom ik doe of laat wat ik doe en laat. Bijvoorbeeld: ik rook. Ik weet dat roken ongezond is. Het gaat dus in tegen mijn biologische drang om te overleven. Ik ga bewust in tegen mijn eigenbelang. Het is een verslaving; één die zeer moeilijk af te leren is. [Ik mag die crackpot van Utrecht-Centraal dus niet kwaad bejegenen; mijn soort verslaving is iets meer geaccepteerd (en steeds minder – de dag zal komen dat ik dezelfde sociale status heb als een heroïne-hoer)].
Eigenlijk wil ik niet eens weten waarom ik toch rook. Of leef. De meeste tijd kies ik ervoor te leven in een zalig niet-weten, een niet-bewustzijn. Opperste vervreemding. [Misschien is dat wel het tweeledige van het aloude verhaal van de Oermens, Adam & Eva, en hun eten van de boom van kennis van goed & kwaad. Dat de schrijver van die mythe (maar daarom niet minder waar) de duivel de vrucht laat aanprijzen, is misschien wel uit zijn behoefte om die drang naar weten in een kwaad daglicht te stellen].
Pas in momenten van crises [ziekte, dood] word ik ruw wakker geschud uit dit (n)on-bewustzijn. [On-bewustzijn in dezelfde betekenis als onland – wel een land, maar geen goed land]. En dan komen die verschrikkelijke waarom-vragen naar boven. Die vragen zijn te bedreigend en te groot. Want de antwoorden zijn zo zonder troost en erbarmen. Met m’n bewustzijn kom ik er niet uit. Mijn bewustzijn zegt namelijk dat er geen reden is, geen zin, geen antwoord.
Mijn geloof in God & al die dingen zet dat bewustzijn tussen haakjes. En maakt dat ik me niet van vijfhoog naar beneden stort – als ik dat al zou durven. Geloof wordt als het ware over mijn bewustzijn geschoven. En door dat geloof komt er troost. Het geloof dat de verpletterende werkelijkheid niet het laatste is. Dat er met moeite en pijn, zoals met een geboorte, een nieuwe hemel en aarde aan het komen is. En zoals een moeder niet meer de helse barenspijn voelt wanneer de pasgeborene op haar boezem ligt, zo zal de levenspijn van het nu wegvallen wanneer “all the colors bleed into one” (U2).
En ik krijg zin [in alle betekenissen van dat woord], wanneer ik me in dat proces van deze-wereld-anders laat inschakelen. Op mijn bescheiden wijze in het nu al iets van dat »later« laat gebeuren. En dat »later« heeft te maken met heelheid, vrede, recht. Dat de klootzakken [mezelf niet uitgezonderd, zo gereformeerd ben ik dan wel weer] uiteindelijk niet het laatste woord hebben. Dat de verscheurdheid van het goede willen, maar het verkeerde doen er niet meer zal zijn.
En ik vind daar in troost en bemoediging. Zodat ik mijn leven min of meer aankan.

zondag 22 juni 2008

summorum

Onze man in Rome, Paus Benedictus XVI, heeft 7 juli, AD 2008 een “Summorum Pontificum” (een pauselijke aanwijzing) bekend gemaakt. Voor de goede orde geef ik die hier weer. Waarover het gaat, ik heb geen flauw idee—op de Mavo zat geen Latijn in mijn vakkenpakket. Maar u kunt niet meer zeggen dat u nergens van wist.

Proinde Missae Sacrificium, iuxta editionem typicam Missalis Romani a B. Ioanne XXIII anno 1962 promulgatam et numquam abrogatam, uti formam extraordinariam Liturgiae Ecclesiae, celebrare licet. Conditiones vero a documentis antecedentibus “Quattuor abhinc annos” et “Ecclesia Dei” pro usu huius Missalis statutae, substituuntur ut sequitur:

Art. 1. Missale Romanum a Paulo VI promulgatum ordinaria expressio “Legis orandi” Ecclesiae catholicae ritus latini est. Missale autem Romanum a S. Pio V promulgatum et a B. Ioanne XXIII denuo editum habeatur uti extraordinaria expressio eiusdem “Legis orandi” Ecclesiae et ob venerabilem et antiquum eius usum debito gaudeat honore. Hae duae expressiones “legis orandi” Ecclesiae, minime vero inducent in divisionem “legis credendi” Ecclesiae; sunt enim duo usus unici ritus romani.

Art. 2. In Missis sine populo celebratis, quilibet sacerdos catholicus ritus latini, sive saecularis sive religiosus, uti potest aut Missali Romano a beato Papa Ioanne XXIII anno 1962 edito, aut Missali Romano a Summo Pontifice Paulo VI anno 1970 promulgato, et quidem qualibet die, excepto Triduo Sacro. Ad talem celebrationem secundum unum alterumve Missale, sacerdos nulla eget licentia, nec Sedis Apostolicae nec Ordinarii sui.

Art. 3. Si communitates Institutorum vitae consecratae atque Societatum vitae apostolicae iuris sive pontificii sive dioecesani quae in celebratione conventuali seu “communitatis” in oratoriis propriis celebrationem sanctae Missae iuxta editionem Missalis Romani anno 1962 promulgatam habere cupiunt, id eis licet. Si singula communitas aut totum Institutum vel Societas tales celebrationes saepe vel plerumque vel permanenter perficere vult, res a Superioribus maioribus ad normam iuris et secundum leges et statuta particularia decernatur.

Art. 4. Ad celebrationes sanctae Missae de quibus supra in art. 2 admitti possunt, servatis de iure servandis, etiam christifideles qui sua sponte id petunt.

Art. 5,
§ 1. In paroeciis, ubi coetus fidelium traditioni liturgicae antecedenti adhaerentium continenter exsistit, parochus eorum petitiones ad celebrandam sanctam Missam iuxta ritum Missalis Romani anno 1962 editi, libenter suscipiat. Ipse videat ut harmonice concordetur bonum horum fidelium cum ordinaria paroeciae pastorali cura, sub Episcopi regimine ad normam canonis 392, discordiam vitando et totius Ecclesiae unitatem fovendo.

§ 2. Celebratio secundum Missale B. Ioannis XXIII locum habere potest diebus ferialibus; dominicis autem et festis una etiam celebratio huiusmodi fieri potest.

§ 3. Fidelibus seu sacerdotibus id petentibus, parochus celebrationes, hac in forma extraordinaria, permittat etiam in adiunctis peculiaribus, uti sunt matrimonia, exsequiae aut celebrationes occasionales, verbi gratia peregrinationes.

§ 4. Sacerdotes Missali B. Ioannis XXIII utentes, idonei esse debent ac iure non impediti.

§ 5. In ecclesiis, quae non sunt nec paroeciales nec conventuales, Rectoris ecclesiae est concedere licentiam de qua supra.

Art. 6. In Missis iuxta Missale B. Ioannis XXIII celebratis cum populo, Lectiones proclamari possunt etiam lingua vernacula, utendo editionibus ab Apostolica Sede recognitis.

Art. 7. Ubi aliquis coetus fidelium laicorum, de quo in art. 5 § 1 petita a parocho non obtinuerit, de re certiorem faciat Episcopum dioecesanum. Episcopus enixe rogatur ut eorum optatum exaudiat. Si ille ad huiusmodi celebrationem providere non potest res ad Pontificiam Commissionem “Ecclesia Dei” referatur.

Art. 8. Episcopus, qui vult providere huiusmodi petitionibus christifidelium laicorum, sed ob varias causas impeditur, rem Pontificiae Commissioni “Ecclesia Dei” committere potest, quae ei consilium et auxilium dabit.

Art. 9,
§ 1. Parochus item, omnibus bene perpensis, licentiam concedere potest utendi rituali antiquiore in administrandis sacramentis Baptismatis, Matrimonii, Poenitentiae et Unctionis Infirmorum, bono animarum id suadente.

§ 2. Ordinariis autem facultas conceditur celebrandi Confirmationis sacramentum utendo Pontificali Romano antiquo, bono animarum id suadente.

§ 3. Fas est clericis in sacris constitutis uti etiam Breviario Romano a B. Ioanne XXIII anno 1962 promulgato.

Art 10. Fas est Ordinario loci, si opportunum iudicaverit, paroeciam personalem ad normam canonis 518 pro celebrationibus iuxta formam antiquiorem ritus romani erigere aut rectorem vel cappellanum nominare, servatis de iure servandis.

Art. 11. Pontificia Commissio “Ecclesia Dei” a Ioanne Paulo II anno 1988 erecta , munus suum adimplere pergit.

Quae Commissio formam, officia et normas agendi habeat, quae Romanus Pontifex ipsi attribuere voluerit.

Art. 12. Eadem Commissio, ultra facultates quibus iam gaudet, auctoritatem Sanctae Sedis exercebit, vigilando de observantia et applicatione harum dispositionum.

donderdag 19 juni 2008

geslaagd

Op de jongerenvormingscentra van weleer was er altijd wel de opdracht tijdens een weekend “Oriëntatie op de samenleving”, onder leiding van een invoelende sociaal-kultureel werker (m/v): hoe ziet jouw ‘in memoriam’ eruit.

Sociaal-kultureel werk bestaat niet meer; het heet nu Cultureel Maatschappelijke Vorming en het jongerenvormingscentrum is de Glen Mills School geworden.

Zo’n in memoriam schrijven dwong je om na te denken over je leven, je dromen, je idealen, je strevingen—hoe stel je je de rest van je leven voor, hoe wil je herinnerd worden, wat wil je gepresteerd hebben qua werk en levensinrichting, wat is je nalatenschap.

Mijn naschrift bij het troosteloze leven van B. zette me aan het denken.

Want ik stelde gisteren wel heel parmantig dat niemand een traan zal laten om B.’s dood, maar wie ben ik eigenlijk om dat te zeggen.

Wanneer kun je spreken van een ‘geslaagd’ bestaan? Wat zijn de normen (eindtermen) van een goed geleefd leven? En wie bepaalt die?

Een christen kan de meetlat van Jezus (“God en de naaste liefhebben als jezelf”) naast zijn leven leggen. De ongelovige heeft de imperativ van Kant: “Behandel de ander zoals jij graag behandeld wil worden”.

Mijn eigen leven, bijvoorbeeld, was/is dat de moeite waard? Heb ik iets positiefs bijgedragen? En wat was dat dan wel? En in wiens ogen ‘positief’? Die van mezelf of die van mijn nabije en verre naasten?

Ik kan wel denken dat ik in mijn leven iets beteken(d) (heb) voor anderen, maar ik weet maar al te goed dat ik anderen ook oneindig veel verdriet, extra werk, bloed, zweet & tranen berokkend heb.

Wat zullen mijn nabestaanden over mij zeggen (of piëteitsvol slechts denken) als ze bij mijn kist staan? Áls ze er al staan.

dinsdag 17 juni 2008

B.

Meneer B. is dood.

Maar er zullen niet velen zijn die zijn verscheiden betreuren.

Dat is naar om van iemand te zeggen, zeker als-ie dood is. Maar het is niet anders.

B. was een man die het zichzelf en anderen behoorlijk lastig maakte. Hij was zo goed als blind, zijn linkeronderbeen was geamputeerd vanwege zijn nonchalante manier van omgaan met diabetes, hij zorgde er in zijn eentje voor dat de aan-huis-apotheek van zijn huisarts winstgevend was, hij was grof in de bek, hij schold en kankerde en hij vervuilde zichzelf en zijn tweekamerappartement.

Vanwege dat laatste kwam ik wekelijks bij hem over de vloer. Om te dweilen, af te wassen, de WC te reinigen, het bed te verschonen (een uitermate vies karweitje vanwege bloed-, wond- en andere lichaamsvochtvlekken), de was te doen en zijn boodschappen. Dat is m’n werk en hij liet nooit na mij dat onder de neus te wrijven, op een weinig subtiele wijze. Alsof huishoudelijk werk iets inferieurs zou zijn. In elk geval "Schoonmaken is voor vrouwen", zoals B. regelmatig verkondigde en dat maakte mij als man zijnde verdacht. Want van homo's was hij ook niet gediend.

Dat was niet lief van hem, maar ik kon het aanhoren en van me laten afglijden, omdat ik mezelf probeerde te verplaatsen in zijn situatie: blind in een rolstoel en met een doos vol medicijnen het leven slijtend.

Nu is hij oet de tied ekomn, zoals ze dat in Twente zeggen (in het Twents), te vertalen met ‘uit de tijd geraakt’.

Ik kan een gevoel van opluchting niet onderdrukken.

Elke dag is een geschenk van het leven aan de dood. (J.C. Bloem)

scharrelend


Ondertussen, in het kippenhok...
Posted by Picasa

zondag 15 juni 2008

des Heeren

Op deze dag des Heren een bijdrage van dominee William Huntington, in leven Dienaar van het Evangelie in de Providence Chapel, Gray’s Inn Lane, Londen, Vereenigd Koninkrijk.
Onder de titel De naakte boog Gods of: Zichtbare tentoonspreiding van de oordelen Gods over de vijanden van de waarheid, doet hij ons in 25 dichtbedrukte bladzijden verslag—met om de andere regel een Bijbelcitaat—van allerlei narigheid die niet-christenen overkomt.
Daarover wil ik het nu niet hebben, het gaat mij om de taal van de man.
Of komt die van de vertaler—Huntington schreef natuurlijk in het Engels.
(Overigens, ‘66:14’ betekent niet zesenzestig gedeeld door veertien, maar is een verwijzing naar hoofdstuknummer en tekstregel van het aangehaalde boek in de Bijbel—dat ik dat er bij moet zeggen).
Dagelijkse opmerking van de oordelen, goedertierenheden, zegeningen en beschikkingen van de Goddelijke Voorzienigheid dient zeer tot versterking van het geloof, omdat God beloofd heeft dat „de hand des Heeren bekend zal worden aan Zijn knechten, en dat Hij Zijn vijanden zal gram worden.” Jes. 66:14.
Hetzelve is insgelijks tot een voldoend bewijs van de waarheid en geloofwaardigheid der heilige schrift; omdat wij aan de ene kant Gods oordelen dagelijks over de goddelozen aan het licht gebracht zien, zowel als Zijn dagelijkse goedertierenheid zich zichtbaar aan de vromen vertoont. Daarom wordt ons bevolen te zien „de goedertierenheid en de gestrengheid Gods.” Rom. 11:22.
Ik ben ten volle overtuigd, dat de gehele reeks van gebeurtenissen in de verborgen raad van God van alle eeuwigheid gelegd waren en door de Heilige Geest aan Gods uitnemende dienstknechten werden bekend gemaakt; en dat ’het rondwentelende rad van de Tijd’ deszelfs prijzen en nieten doet te voorschijn komen, en dat dit snelgaande rad dit even zo vlug zal doen als het draait, totdat de „gehele verborgenheid Gods vervuld zal zijn, gelijk Hij Zijn dienstknechten de Profeten verkondigd heeft.” Openb. 10:7. De zichtbare daadzaken met Gods Woord te vergelijken, en dezelve op het spoor te volgen en tot God, hun eerste Oorzaak op te voeren, is een zalige bezigheid voor een geestelijk gemoed, en een uitstekend tegengif tegen ijdelheid. „Wie is wijs? Die neme deze dingen waar; en dat ze verstandiglijk letten op de goedertierenheden des Heeren.” Ps. 107:43. Het is als een verwijt op Israël gelegd, dat zij haast Zijn werken vergaten; en hen die niet letten op de daden des heeren, noch op het werk Zijner handen, zal Hij „afbreken en niet bouwen.” Ps. 28:5.

doods

Het totaal van burgerslachtoffers sinds het begin van de invasie in Irak is nu: 84.393 à 92.071 doden (volgens IBC).

vrijdag 13 juni 2008

patriotisch

Als vervolg op gisteren.

Op de netstek geschiedenis.nl ("Hier wordt geschiedenis geschreven") vind ik deze jaartallen van rond de tijd van de Amerikaanse onafhankelijkheid. Wij waren er vroeg bij om de nieuwe staat te erkennen. We waren een republiek en bezig (in oorlog dus) om de Zuidelijke Nederlanden uit de macht van de Oostenrijkse koning te krijgen. In Frankrijk ook revolutionaire activiteiten. Reuze handig dat interweb.

1780 Vierde Engelse zeeoorlog (1780-1784).

1781 Publicatie van het pamflet Aan het volk van Nederland door Johan Derk van der Capellen tot den Poll. Dit pamflet maakt het patriottenprogramma bekend. De Engelsen nemen Sint-Eustasius in. Slag bij de Doggersbank. Tijdens de Vierde Engelse zeeoorlog wordt Oostende tot vrijhaven verklaard en beleeft een grote bloei. Tolerantie edict van Joseph II.

1782 De Staten-Generaal erkennen de onafhankelijkheid van Amerikanen. De Staatse troepen moeten op last van Jozef II van Habsburg de barrièresteden verlaten.

1783 Vrede van Versailles — Zelfstandigheid van de Verenigde Staten erkend door Engeland

1784 Jozef II eist opening van de Schelde maar wordt afgekocht.

1784 Vrede van Parijs tussen Engeland en de Republiek.

1785 De Republiek sluit een defensief verbond met Frankrijk.

1786 Grote bestuurlijke hervormingen in de Oostenrijkse Nederlanden.

1787 De Pruisische prinses Wilhelmina wordt door een patriots vrijkorps tegengehouden bij Goejanverwellesluis. In reactie hierop wordt een Pruisisch leger gestuurd om genoegdoening te halen. In oktober capituleert Amsterdam en vluchten veel patriotten naar Frankrijk.

1788 De Republiek sluit een defensief verbond met Engeland en Pruisen. Later in het jaar sluiten Engeland en Pruisen een overeenkomst waarin zij een garantie afgeven van de staatsinstellingen van de Republiek. Bijeenroeping Staten Generaal in Frankrijk (voor het eerst sinds 1614).

1789 Het patriottenleger van statisten en vonckisten vaardigen in de Oostenrijkse Nederlanden het Manifest aan het Brabantse Volk uit. In dit manifest wordt Jozef II als vervallen verklaart en de onafhankelijkheid geproclameerd. Oostenrijkse troepen vallen de Oostenrijkse Nederlanden binnen en herstellen het gezag. Bestorming van de Bastille — De Franse Revolutie begint. George Washington wordt de eerste president van de V.S..

1792 Frankrijk verklaart Oostenrijk de oorlog. In de slag bij Jemappes worden de Oostenrijkers verslagen en de Franse troepen worden in de Oostenrijkse Nederlanden onthaald als bevrijders. De eerste Franse republiek wordt uitgeroepen. Frankrijk raakt in oorlog met Oostenrijk en Pruisen. De Tuilerieën worden bestormd.

1793 Frankrijk verklaart de oorlog aan Engeland en de Republiek. Na aanvankelijke opmars door het zuiden van de Republiek lijden de Fransen een nederlaag bij Neerwinden en moeten de Republiek en de Oostenrijkse Nederlanden verlaten. Annexatie van de Oostenrijkse Nederlanden bij Frankrijk. Lodewijk XVI en Marie-Antoinette worden onthoofd. Frankrijk en Engeland raken in oorlog. De Jacobijnen nemen de macht van de Girondijnen over.

woensdag 11 juni 2008

bill

Het is vast al eerder opgemerkt, maar onlangs viel mijn leesgierige oog op de “Bill of Rights”—het rijtje amendementen op de Constitutie van de net door zichzelf onafhankelijk verklaarde Verenigde Staten (van Amerika).

Nadat de volksvertegenwoordiging van de verse staat een grondwet had aangenomen, kwamen er twijfels bij de geachte afgevaardigden. Was die wet geen inbreuk op de vrijheden van de burger? Zou die grondwet niet leiden tot staatsterreur en tirannie? Die onafhankelijke staten wilden wel samen vrij zijn van Groot-Brittannië, maar niet zichzelf overgeven in onderdanigheid aan centraal gezag met machtsmisbruik van dezelve als sluipend gevaar. Vat ik het zo goed samen, meester?

Dus op 25 september 1789, stelde het Congres 12 amendementen op de grondwet voor. De eerste twee—over het aantal stemmers dat je nodig had om gekozen te worden als afgevaardigde en over de hoogte van de toelage voor Congres-mannen (geen vrouwen in de politiek!)—haalden het niet. De andere 10 werden met een ¾ meerderheid aangenomen en werden zo onderdeel van het gedachtengoed van elke Amerikaan. Vooral die met een voorraadje handwapens in de slaapkamerkast.

Dit was mijn werkstuk over het ontstaan en geschiedenis van de Bill of Rights.

Ik als niet-Amerikanees, lees die amendementen—die heilig zijn in de VS—met Vietraq en Bush’s War on Terror in mijn hoofd. In het kader waarvan de VS de rechten en vrijheden die ze zo hartstochtelijk willen waarborgen voor hun eigen, blijkbaar totaal vergeten als het om de rest van de wereld gaat. Zie de inval in Irak, zie de behandeling en onberechting van ‘terreurverdachten’. Lees voor uzelf. (Trouwens waarmee waren wij in De Nederlanden bezig omstreeks 1789?—dat is een leuke opdracht voor de volgende keer).

Amendment II
A well regulated Militia, being necessary to the security of a free State, the right of the people to keep and bear Arms, shall not be infringed.

Amendment III
No Soldier shall, in time of peace be quartered in any house, without the consent of the Owner, nor in time of war, but in a manner to be prescribed by law.

Amendment IV
The right of the people to be secure in their persons, houses, papers, and effects, against unreasonable searches and seizures, shall not be violated, and no Warrants shall issue, but upon probable cause, supported by Oath or affirmation, and particularly describing the place to be searched, and the persons or things to be seized.

Amendment VI
In all criminal prosecutions, the accused shall enjoy the right to a speedy and public trial, by an impartial jury of the State and district wherein the crime shall have been committed, which district shall have been previously ascertained by law, and to be informed of the nature and cause of the accusation; to be confronted with the witnesses against him; to have compulsory process for obtaining witnesses in his favor, and to have the Assistance of Counsel for his defence.

dinsdag 10 juni 2008

uitstaand

In 2003 alweer deed ik de NS navolgende brief toekomen (met de PTT—er was nog geen Sandd, SelektMail of TNT):

aan:
NS Reizigers
Postbus 2025
Utrecht

Xxxxxxxxxxxxx 2003 november 08

Mevrouw/Meneer,

Omdat er bij mijn weten niet is gereageerd op een eerdere, soortgelijke brief mijnerzijds, een hernieuwde poging.
> Wanneer komt er dat ene boek, waarin alle kunstenaars met hun werk voor de treinstellen van de NS worden behandeld? Of maak er een serie van voor het blad Rails.
> De Zwitserse Spoorwergklok is als horloge te koop (Mondaine). Is dat ook mogelijk voor de Nederlandse spoorklok?
> Waarom bent u gestopt met het door kunstenaars doen ontwerpen van de omslag van de NS-spoorboekjes?

Dank voor uw aandacht en ik hoop dat u iets doet met mijn voorstel.

Met vriendelijke groet,

Ik wacht nog steeds op antwoord.

onderwijl

Ondertussen valt er veel te genieten. Stille straten, daardoor hoorbare vogelenzang, geen wachtrijen bij de kassa van Dirk. Ik zou er bijna voetbalfan door worden.

maandag 9 juni 2008

chaotisch


Terwijl heel Nederland voetjebal keek, maakte ik bovenstaand beeld. Ik noem het "Chaostheorie_11".
Posted by Picasa

zaterdag 7 juni 2008

Fri(e)s

Mijn kruistochtje tegen te zoete frisdrank heeft in elk geval bij Friesland Foods weerklank gevonden. Ze brengen ons sinds kort “DubbelFrisss Minder Zoet” in de smaken Groene Appel & Rode Bes en Limoen & Kiwi.

Afgezien van het raadselachtige van de naam (DUBBELFrisss met DRIE s’en); het is wat het belooft—heel fris en niet zoet.

Fries fris dus. En vandaag, ter introductie, in de aanbieding: € 0,59 per literpak. Die zullen dus normaal wel € 1,50 kosten, want zoeter=goedkoper hoewel het meer suiker kost—raadsels van het reëel bestaand kapitalisme.

voorbeeldig


Eén van de foto's waarover het gaat. (Niet gemaakt door mij, maar door D. en ik vind 'm wel mooi. De foto. Die onscherpe voorgrond en dat kale zaaltje op de achtergrond met die niet feestvreugde verhogende vlaggjetjesslinger; feest op z'n Hollands.)
Posted by Picasa

vrijdag 6 juni 2008

handiger

Ik ben vanavond bezig geweest met het opruimen en defragmenteren van de twee harde schijven van mijn persoonlijke rekenaar.

Dat schijnt te moeten, net als het wekelijks een back up maken van alle bestanden. Dat laatste heb ik in het verleden wel gedaan, maar de PC ‘herkent’ sinds kort geen USB-stokje meer. Welke USB-poort ik probeer; de PC wil de sticks niet kennen.

Ik heb nog een hele voorraad floppy disks en een gleufje ervoor op de pc.

Maar op die, inmiddels antieke dingen, past veel minder en maar een paar foto’s. Dus dat schiet niet op.

Andere ergernis.

Ik heb zo’n 100 foto’s op CD-rom. Een flink aantal wilde ik naar “Mijn afbeeldingen” op de PC kopiëren. Dat lukte wel, maar ze hadden alle als bestandsnaam “IMG” en dan een oplopend nummer. Nu wil ik die foto’s makkelijk terugvinden, dus geef ik ze een andere bestandsnaam. Meestal een datum met een extra woord (“Va_80”, dit keer).

Nu is mijn ergernis dat ik dat stuk-voor-stuk met 80 (tachtig!) bestanden moet doen. Dat zou toch handiger kunnen. Is er niet een computertovenaar die in Picasa een knop kan maken die in één keer 80 bestanden hernoemt, met elke keer een extra (oplopend) nummer erbij?

Ik was 2¾ uur bezig met het steeds intypen van dezelfde bestandsnaam en dan “_01”, “_02”, etc. Ondertussen draaide ik LP’s (Sparks, The Jam, Chris Rea, ELP), dus ik heb me niet verveeld, maar het was zo saai.

Dus Google genieën, vindt daar iets op, aan het werk!

woensdag 4 juni 2008

thuiswerk


Het is dat ik dit plaatje zojuist met behulp van een fractaal-programmaatje en Picasa heb geknutseld, anders zou ik het zó kopen in een formaat van 1,50 bij 0,75 meter.
Posted by Picasa

geherinterpreteerd

Ze (d.w.z. Kondor Wessels Projecten—KWP) gaan een nieuw dorp bouwen naast de bocht van de Vecht, nabij Xxxxxxxx. Een dorp met drie wijken zelfs: Op Buuren Dorp, Op Buuren Buiten, Op Buuren Park. Ik citeer van hun glimmende netstek:

Het terrein bij die bocht was tot 2002 in bezit van DSM. Toen DSM besloot de oude kininefabriek te sluiten, kwam het terrein in handen van projectontwikkelaar KWP. KWP had grote plannen, maar de gemeente had ook zo zijn eisen en randvoorwaarden. Samen maakten ze een afspraak die tegemoet kwam aan de behoeften van beide partijen: de gemeente beloofde volledige inzet voor de wijziging van het bestemmingsplan tot woonbestemming; KWP zegde op haar beurt toe een rigoureuze bodemsanering voor haar rekening te zullen nemen.

Inmiddels is de verkoop in verschillende fasen gestart en de bouw van het nieuwe Vechtdorp in volle gang. Met de ontwikkeling wordt het stukje Vecht tussen Xxxxxxxx en Xxx-Xxxxxx weer in oude stijl hersteld.

Alleen de naam van het dorp is echt overgenomen uit het verleden—Op Buuren, verder wordt het nieuwe dorp uniek: geen kopie van een bestaand Vechts dorp of landgoed. Het ontwerp gaat uit van een herinterpretatie van de authentieke bouwstijl, vertaald naar de huidige eisen, wensen en materialen.

In 2010 zal definitief een nieuwe bladzijde aan de geschiedenis zijn toegevoegd: met het vervallen van de handels, agrarische en industriële -functie heeft de bocht dan een woonbestemming.

Zo gaat dat dus, een nieuw dorp bouwen, pardon een “stukje Vecht […] weer in oude stijl herstel[len]”.

Hoezo “oude stijl”? Het was fabrieksterrein. En daarvoor (tot 1895) lag er een buitenplaats, ‘Op Buuren’.

En die naam is het enig ‘oude’ dat Kondor Wessels Projecten “authentiek herinterpreteert”.

Zie voor uzelf waar dat toe leidt:<http://www.opbuuren.nl/start.htm>.

zondag 1 juni 2008

welgemoed

Op mijn pijpenrekje staat het rijmpje
SMAAKT DE PIJP U GOED
DAN ZIJT GIJ WELGEMOED
Maar roken mag niet meer en rokers zijn antisociale paria’s geworden.
Ik weet het; ik krijg er longkanker van, mijn huid wordt sneller oud, hart- en bloedvaten vernauwen, mijn spermakwaliteit gaat achteruit, de glasgordijnen moeten vaker gewassen, etc., etc..
Het wordt me van overheidswege met de grootst mogelijke letters op elk blikje slices van Van Rossem's Troost toegeschreeuwd.
Ik heb er al eerder over gezeurd, maar vandaag in Trouw worden mijn bezwaren tegen deze ongenode inmenging in mijn persoonlijke levenssfeer mooier verwoord door een Tjechische filoloog.
Ik heb zijn betoog luid applaudisserend gelezen, wat nog niet meevalt zelfs met dat handige formaat van Trouw.